11 juli, in 1302 woorden

Twaalf jaar geleden heb ik mijn eerste 11 juli-toespraak geschreven. (Terug te vinden in de onvolprezen verzamelbundel Open het Debat.) Ik was toen kakelvers  volksvertegenwoordiger. En noblesse oblige, nietwaar.

Mijn eerste zinnen toen? Ik weet het, ik heb het zelf gezocht, maar ik ga het toch zeggen: u heeft mij wat aangedaan! U heeft mij namelijk de eerste 11 juli-toespraak uit mijn bestaan doen houden, een zogeheten feestrede. Maar tegelijk moet ik u danken, want u heeft mij verplicht over een en ander na te denken.’ Twaalf jaar na datum, en bevrijd van elke obligerende noblesse, wil ik nog eens nadenken.

Maar eerst terug naar 2010. Dat was – al zeg ik het zelf – geen slechte toespraak. Ze was au fond het werk van Etienne Vermeersch: ideologisch, filosofisch. De naakte waarheid is trouwens –  Dirk Verhofstadt en Maarten Boudry zullen nu naar adem snakken – dat Vermeersch mij op geheel eigen wijze in de richting van de N-VA heeft geduwd.  Ook toen ik al goed en wel verkozen was, bleef Vermeersch mij dwingen door te denken...

Maar wat mij opvalt in die toespraak uit 2010 is wat er niet instaat. Ik had het over identiteit, over de morele grondslag van nationalisme, over wat nationalisme beslist niet is,  over hoe nationalisme alleen maar inclusief kan zijn, en over hoe nationalisme helemaal niet in strijd is met de Europese gedachte. Maar geen woord over economie, welvaart en welzijn, handel en nijverheid, geld, armoede. Zelfs niet over wat we zelf doen, of over wat we beter zelf zouden kunnen doen. Terwijl dat allemaal samen wel het punt is. In toenemende mate.

Ik heb volstrekt niets tegen België, dat weet u. Alleen heb ik geleerd uit het zestiende-eeuwse Hollandse Plakkaat van Verlatinghe en uit de (daardoor sterk beïnvloede) achttiende-eeuwse Amerikaanse Declaration of Independence dat decent respect … requires that [one] should declare the causes which impel […] to the separation. En dat whenever any Form of Government becomes destructive …, it is the Right of the People to alter or to abolish it.

We moeten de dingen zeggen zoals ze zijn: er is van alles in te brengen tegen de Vivaldi-regering, maar de allergrootste verdienste is dat ze bewezen heeft dat beleid, van welke kant ook, in België niet meer kan. De tegenstellingen (vooral die tussen noord en zuid) zijn zo groot dat alleen stilstand of muizenstapjes haalbaar zijn. Resultaat? We boeren in ongeveer alle statistieken in hoog tempo achteruit.

Maar kan je dat die regering verwijten? Ze doen wat ze kunnen, ze willen er iets van maken, ze willen bewijzen dat het toch nog kan. Maar ze krijgen de verschillen niet meer weggewerkt. En het resultaat is wat het is: België zit almaar vaker bij de Club Med-landen, met de hoogste belastingen en de hoogste staatsschuld, maar vooral ook het minst perspectief op herstel en/of verandering.

Ik geef het u op een blaadje: de rekening komt eraan! En in deze beroerde tijden zal de ober weldra aan onze tafel verschijnen.

En dan is er Vlaanderen.

Waar het zelden geciteerde maar allerbelangrijkste cijfer is dat we 3,6 % van ons BBP spenderen aan Onderzoek en Ontwikkeling. Niemand in Europa doet dat ons na. Het belang daarvan kan nauwelijks worden overschat. En we hebben bovendien onderzoeksinstellingen en ook topbedrijven die veelal terug te vinden zijn in en om onze havens. Havens die elkaar niet langer domweg beconcurreren, maar die een grensoverschrijdend  samenwerkingsmodel hebben gevonden, en die, onder meer dankzij slimme fusies, ook tot de wereldtop behoren.

En we hebben hersens. Als we aan onze universiteiten de moed hebben het onderscheid te maken tussen wat top is en veel minder top (tot en met volstrekt waardeloos) – en niet de schijn op te houden dat aan al onze universiteiten alles per definitie top is –  en we kunnen dat, onder meer via spin-offs, economisch vertalen, dan is dat een onderbouw om u tegen te zeggen.

Na Zwitserland en het oosten van Nederland zijn er trouwens nergens elders in Europa zo weinig mensen die in armoede leven. Dat zijn er nog altijd te veel: in een rijke regio moet echt iedereen een menswaardig bestaan kunnen leiden.

Vlaamse zelfgenoegzaamheid is trouwens, ondanks wat hierboven staat, volkomen misplaatst. Want er is nog veel werk, en er loeren velerlei gevaren, bovenal de tanende onderwijskwaliteit. (En dat betreft niet alleen rekenen en spellen. Het is gênant dat zelfs een Vlaams-nationaal gekleurd ministerie van onderwijs aan onze jeugd zo tergend weinig (Vlaamse) cultuur, letteren, traditie kan meegeven.)

Veel van wat de Vlaamse overheid doet rendeert ook niet genoeg. Er is de vaak idiote regelgeving, ooit opgezet om politieke willekeur te voorkomen, die heeft geresulteerd in onwerkbare kafkaëske systemen.   

Maar de gedachte dat er in Vlaanderen al even slecht wordt bestuurd als in België is gewoon feitelijk onjuist. Ook al is ze in onze media gemeengoed, en gaan we door de kracht van de herhaling dat op den duur nog zelf geloven ook.

Vanzelfsprekend is Vlaams beleid niet beter omdat het Vlaams is. Natuurlijk niet. Maar de feiten wapperen als wimpels aan alle statistieken. Elke factchecker is bij deze uitgedaagd.

Feiten en getallen die tegelijk het verschil aantonen tussen Vlaanderen en België. Wat er helaas op neerkomt dat Wallonië en Brussel er echt erg aan toe zijn. Wat tegelijk het Franstalige vasthouden aan België zeer begrijpelijk maakt: elk jaar krijgen ze daar zeven miljard cadeau.

Zeker in economisch beroerde tijden is dat bedrag op zichzelf al één van de grote causes which impel to the separation. Je hoeft geen begrotingsexpert te zijn om te weten wat je met zeven miljard – niet één keer, maar elk jaar – kan doen.

Eén van de… Want er zijn nog meer causes. Vlaanderen kan immers alleen maar zijn beleid voeren met de handrem aangetrokken. Na zes staatshervormingen zijn de echte beleidshefbomen op het federale niveau gebleven. De dag dat de grote meerderheid van de Vlamingen beseft dat we er met die hefbomen in eigen handen echt veel beter aan toe zijn, is misschien niet meer zo ver af. Het hek is dan van de dam.  

Het is een dag die Karel De Gucht al in 2001 heeft beschreven: ‘Op een bepaald ogenblik zal Vlaanderen de moed moeten hebben om te zeggen dat wij de meerderheid vormen in dit land. Ofwel volg je onze normen, ofwel…’  

Het zal ook de dag zijn dat men in Vlaanderen over de grenzen van partijen en instituties heen een groot sociaal-economisch akkoord voor de lange termijn moet sluiten. Zoals men dat eerder al heeft gedaan in Nederland, Duitsland en in de Scandinavische landen. Dat is een conditio sine qua non om er zeker van te zijn dat iedereen kan volgen, in alle betekenissen.

Je moet echt stekeblind zijn om niet te zien dat een dergelijk alomvattend akkoord op het Belgische niveau niet meer mogelijk is. Zelfs bij de vakbonden zien ze dat. Is het trouwens niet veelzeggend dat het discours van Vooruit zeer geregeld wezenlijk verschilt van dat van de PS?

Uiteraard is het politiek volkomen legitiem om, zoals Groen en de Open VLD, de andere keuze te  maken: meer België. Net zoals het pleidooi voor het ‘eenzijdig uitroepen van de onafhankelijkheid,’ het Bye Bye Belgium-model legitiem  ook is. Het zijn twee tegenstrijdige scenario’s met een gemeenschappelijk kenmerk: door economisch negationisme donderen we twee keer de afgrond in.

Daarom gaat 11 juli niet over gulden sporen, over foute vlaggen en aloude symbolen, of over weiden als wiegende zeeën (die er eigenlijk nooit zijn geweest). Wel over welvaart en welzijn, en over kansen die we niet mogen laten liggen.

Ik schrijf dit op 10 juli rond de middag. Het VTM-Nieuws staat op. Danny Verstraete schakelt rechtsreeks over naar Wetstraat 16. Waar ‘men’ er niet uitraakt; deze keer de pensioendiscussie. Verstraete vraagt Hannelore Simoens ‘..waarop het vastloopt?’ Simoens’ eerste zin: ‘Op alles eigenlijk’.

Duidelijker kan het niet.

Doorbraak, 12 juli 2022


Eerder

De VRT mag zwijgen

Een van de dingen die ik door de jaren heen heb geleerd is dat er in de politiek over waardigheid wordt gesproken als er geen andere argumenten overblijven. Waardigheid is de tweelingzus van populi...

Lees het hele artikel

Ampe vs de Macht

Het is vaak simpel. Er is een Stemtest van de Vlaamse openbare omroep maar die blijkt beperkt tot the powers that be. In een samenleving als de onze moet je dat dan uitgelegd krijgen. Zeker als bli...

Lees het hele artikel

De Tafel van Gert

Journalisten zijn slechte verliezers. Als elk medium hetzelfde interview wil en één omroep gaat ermee lopen, dan wordt fair play opgegeven en spelen alleen corporatisme en eigenbelang. Journalistie...

Lees het hele artikel

Arme Melissa

Met Conner wonnen we aanhang; zonder Conner verloren we er. En dus moet het weer over Conner gaan. Want zolang we het over Conner hebben, kunnen we zwijgen over de begroting en de staatsschuld. Het...

Lees het hele artikel