Vanaf vandaag is de Queen geschiedenis. Dat begon met kilometerslange rijen bij Westminster Hall. Mensen die twaalf uur en meer aanschoven om afscheid te nemen. Zoals bij Boudewijn in 1993. Dat is indrukwekkend en interessant.
Natuurlijk is het groot nieuws, het einde van de eeuwige Queen. Iemand die Churchill, Truss en nog een dozijn eerste ministers heeft meegemaakt, als rots in de zeer aanwezige branding, dat is wel wat. En er is overvloedig archiefmateriaal. En al die – alleen de Roomse Kerk is op dat punt een te duchten concurrent – onovertroffen rituelen, gebruiken en regels bij de opvolging, ik zie dat graag. En ik adoreer het posh English van de Queen: het is in zeventig jaar nauwelijks veranderd; ook dat is een baken. En haar opvolger spreekt nog chiquer, kan bovendien beter speechen. En al die familiedrama’s, koningsdrama’s, kostuumdrama’s. Heerlijk!
‘Alle kerncentrales zijn open en de prijs is nog nooit zo hoog geweest. Of we die centrales dus openhouden of niet, het doet er niet toe.’ Een citaat. Van Conner Rousseau, van Alexander De Croo en van de talloze kranten- en mediacommentatoren die elkaar driftig kopiëren. Het is valsisme van de zuiverste soort.
De VRT vindt regionale berichtgeving heel erg belangrijk, en daarom gaan ze die radicaal verminderen. En nog een onschatbaar voordeel: door de afschaffing van de regionale ochtendblokken zal bij de luisteraars van de grootste radiozender van Vlaanderen de blikvernauwing een halt worden toegeroepen. Limburgers of West-Vlamingen die vooral iets over Limburg of West-Vlaanderen willen horen? Ju, wat een bekrompen volkje!
De draaischijf is een magistrale roman, de beste Lanoye tot nu toe. Sprakeloos was al indrukwekkend, De draaischijf is nog beter. Wie de roman afdoet als Lanoyes afrekening met de collaboratie, heeft alleen Lanoyes verkooppraatjes gelezen. En gaat voorbij aan tonnen complexiteit – niets is ooit geheel waar, en zelfs dat niet. Ziet geen referenties en vooral eruditie – Lanoye kent zijn klassieken. Geniet niet van de almaar wisselende tempi en ritmes, van de taalrijkdom, van het beschreven en tegelijk ook ter plekke toegepaste theater (Lanoye kent alle technieken), van witzen, slimme tournures en diverse andere geestigheden. 480 bladzijden lang, en niet één ervan is vervelend of overbodig.
Het is een vuistregel voor journalisten van The Economist: simplify, then exaggerate. Vereenvoudigen en dan overdrijven in het belang van de duidelijkheid, de leesbaarheid, de behapbaarheid. Een complex verhaal moet ook kunnen worden begrepen door niet-gespecialiseerde lezers
Ik maak al bijna veertig jaar lang ijverig notities. Geestigheden, fraaie zinnen, mooie woorden, sprekende anekdotes, weetjes en witzen, feiten en inzichten, nutteloze eruditie, maar ook dingen die ik lees of hoor en die ik wil of moet onthouden. Het is een almaar belangrijker deel van mijn geheugen, dat er zelf – ach! – niet op vooruitgaat. Ik ben ermee begonnen toen ik journalist werd.