Ik ga toch
Dave Sinardet heeft in De Morgen van vorige zaterdag helemaal gelijk. Anders dan de volgens sommigen nogal ijdele professor zelf maal ik inderdaad volstrekt niets om mijn imago. Ik heb al wie mij d...
Lees het hele artikelWat blijkt uit onderzoek, zie ik ook rondom mij: almaar meer mensen keren zich af van de politiek. En van de media. Waar almaar minder plaats is voor maatschappelijk debat, en almaar meer voor opgefokte discussies. Zelfs een professionele Wetstraatrat als Carl Devos zegt in zijn wekelijks politiek commentaar in Het Laatste Nieuws dat hij het er moeilijk mee begint te krijgen: ‘De politiek was vreselijk om naar te kijken. Vreselijk om over te schrijven. Het cynisme is overdadig.’
Er is de overtrokken affaire Lahbib. Overtrokken omdat je er donder kan op zeggen dat om het even welke minister van Buitenlandse Zaken voor zo’n internationale bijeenkomst aan de burgemeester van Teheran een visum zou hebben gegeven. Niet aan veertien man, maar dat is een detail.
Het idee dat al dat volk naar hier moest komen om de Iraanse oppositie in België in de gaten te houden is grotesk. Alsof bij de ruim bemande Iraanse ambassade in Brussel er niemand is met een smartphone om Darya Safai te fotograferen. Alsof daar niemand ook maar enig contact heeft met de inlichtingendiensten in Teheran. Alsof ze daar – zonder het bezoek van de burgemeester van Teheran - niet weten wat er leeft bij de lokale Iraanse oppositie.
Moreel kan en moet je het Iraanse regime streng veroordelen, maar als je in de internationale politiek alleen maar praat met nette, keurige mensen, ben je snel uitgepraat.
Er is de zaak Lachaert-De Croo. Feitelijk wemelt het in Vlaanderen van de liberalen – het is de Vlaamse onderstroom – maar politiek gesproken krijgt de Open VLD dat niet meer uitgedrukt. De voorzitter van de liberale partij stapt op omdat het hem onmogelijk is liberaal te zijn. Hij moet worden vervangen door een andere liberaal, maar liefst een zonder al te veel eigen gedachten, en liefst ook niet te liberaal.
In de memoires van Wilfried Martens staat een mooie toespraak uit het gezegende jaar 1968. ‘Als er van een partij niets meer overblijft dan de politieke formatie zelf en de leiders van de partij met het programma alle kanten uit kunnen, is alles om het even, behalve de macht.’ Voorwaar, voorwaar…
Er is het kernenergieakkoord. De dag dat het wordt bekendgemaakt verschijnt een rapport waarvan de strekking luidt dat het akkoord met Engie niet volstaat om in de komende jaren het licht te laten branden.
‘Het cynisme is overdadig,’ schrijft Devos. Dat klopt. Helaas. Want cynisme is gevaarlijk. Het kan van de democratie een losgeslagen kracht maken die finaal ook zichzelf kan vernietigen. Het is een bekend beeld: we kopen dan maar allemaal een auto, want fietsen, zeggen we, is met al die auto’s levensgevaarlijk. Dat is onze politiek vandaag.
Het is het cynisme van de IJslanders die in 2010 bij lokale verkiezingen in de hoofdstad Reykjavik van De Beste Partij de grootste partij hebben gemaakt. De partij kondigde aan dat ze na de verkiezingen alle verkiezingsbeloftes ging breken en zelfs openlijk corrupt ging zijn. De partij zei ook geen ideologie te hebben en oplossingen evenmin. Eisen? Een paar: gratis handdoeken in de zwembaden en een ijsbeer in de lokale zoo. In 2012 is de partij ermee gestopt…
In die zin is het goed dat iemand als Jonathan Holslag in Tienen de stap zet naar de lokale politiek. In een krantenstuk zegt hij dat ook bij hem het cynisme de baas begon te spelen, en dat hij daarom besloten had de hand aan de ploeg te slaan. Dat is moedig.
Twee dingen vallen op. Holslag en zijn mensen willen bij de Tienenaars het thuisgevoel herstellen. Ik kan me voorstellen dat dat aanslaat. Misschien is dat wel het alomtegenwoordige thema van de lokale verkiezingen: het omgekeerde van het Conner-gevoel in Molenbeek.
Holslag vindt ook dat elke verkozene maar één legislatuur mag zetelen. Zelf vind ik dat dwaas, maar ik kan me voorstellen dat in tijden van groot politiek wantrouwen ook dat een aantrekkelijke gedachte is.
Iedere vijfde Tienenaar blijkt vertrouwen te hebben in zijn stadsbestuur (coalitie van christendemocraten, liberalen, nationalisten en groenen): 19 procent, dat is bijzonder weinig. In Glabbeek (buurgemeente van Tienen) is er 60 procent vertrouwen in het lokale bestuur. Eén partij (de Dorpspartij) heeft er de absolute meerderheid. Anders dan in Tienen wordt er in Glabbeek weinig aan politiek gedaan.
Of juist veel. Dat hangt af van je cynisme-niveau.
Doorbraak, 4 juli 2023
Dave Sinardet heeft in De Morgen van vorige zaterdag helemaal gelijk. Anders dan de volgens sommigen nogal ijdele professor zelf maal ik inderdaad volstrekt niets om mijn imago. Ik heb al wie mij d...
Lees het hele artikelTreinen die van A naar B rijden, en daar ook aankomen: dat is geen nieuws. Nieuws is de trein die van de sporen dendert. Daarom is nieuws bijna altijd slecht nieuws. De volksmond weet dat, en draai...
Lees het hele artikelHou u vast. ‘Het Nederlands is een van de grofste talen ter wereld.’ Dat staat in Je mag ook niets meer zeggen van ene Mounir Samuel. Het minste wat je van hem kan zeggen is dat hij niet gebukt gaa...
Lees het hele artikelHet typeert onze openbare omroep: hij zorgt ervoor dat de vreugde op de Vlaamse feestdag niet té groot wordt. En vandaar op 11 juli op de nieuwssite van de VRT: Is de Vlaming een flamingant? Of wil...
Lees het hele artikel