Mocht het u niet opgevallen zijn: ook de vijfde verjaardag van het begin van de Coronacrisis is in dit land geen aanleiding om grondig na te denken over hoe men het toen heeft aangepakt. Niet om mensen aan de paal te nagelen, wel om te leren uit fouten.
Wat we over die verjaardag te lezen of te zien krijgen, blijft steken bij de emoties. Niet dat die niet van tel zijn – het zijn geboren televisiemakers die al bij het begin van de crisis smartphones en camera’s hebben uitgedeeld aan mensen aan het front – maar mag het ook iets meer zijn? Het virus heeft onze samenleving op haar grondvesten doen daveren. Verdient dat geen reflectie?
Laten we er maar van uitgaan dat er fouten zijn gemaakt. Omdat het zelfs met de allerbeste bedoelingen niet anders kon. We kregen te maken met een totaal onbekend fenomeen. Een echte pandemie, dat was honderd jaar geleden, in een andere wereld. Die eerste maanden was grote voorzichtigheid geboden. Dat dan achteraf blijkt dat er overdreven is gereageerd, is normaal. Achteraf weet iedereen alles.
Vraag is wel of iedereen de rol heeft gespeeld die van de verschillende spelers kon worden verwacht? Vraag is ook of men het spel eerlijk heeft gespeeld? Eerlijke informatie, met zicht op het hele plaatje, is daarbij essentieel.
En dan komt onvermijdelijk de rol van Marc Van Ranst in beeld. De man is superintelligent. Hij heeft wel aandacht aan de bewuste verjaardag besteed, in de vorm van een boekje. Dat gaat voornamelijk over hemzelf: ‘Dit boek brengt vooral het persoonlijke relaas van een man met een uitgesproken mening,’ lezen we.
Met daarin veertig (!) bladzijden citaten met allerlei lelijke dingen die op sociale media over hem zijn gezegd. Het kan niet anders of de auteur denkt heliocentrisch, met hemzelf in de rol van zon. En vier (!) bladzijden over Rik Torfs die volgens Van Ranst al die lelijke dingen heeft gegenereerd en aangevuurd.
Bij nadere beschouwing is Van Ranst de man die de aanpak van de covidcrisis helemaal naar zijn hand heeft gezet. Zelf zal hij dat met de bescheidenheid die de zijne is, niet ontkennen. Ik heb hem daarom indertijd al de Groot-Viroloog genoemd; een epitheton ornans dat niet alleen iets zegt over zijn daden maar ook over zijn gedachtewereld. Hij verdient dat.
In die gedachtewereld eist de Groot-Viroloog het vrije woord. Voor zichzelf. Tegelijk ontzegt hij dat aan al wie iets anders zegt. Hij vindt dat er bij een volgende pandemie meer controle moet zijn op de sociale media. ‘Een eenduidige koers is van het allergrootste belang.’
Het doet me denken aan Maggie De Block. Die kondigde aan, toen als minister van Volksgezondheid, niet langer naar de televisiestudio’s te zullen gaan. Omdat ze dat in strijd vond met de ‘blijf-in-uw-kot-regel’, de voorbeeldfunctie zeg maar. De Groot-Viroloog toonde alle begrip, juichte die beslissing toe. Minder Maggie was immers meer Groot-Viroloog, meer ‘eenduidige koers’.
De Groot-Viroloog is, ik kan het niet genoeg zeggen, superintelligent. Zijn idee bijvoorbeeld om al wat hij zegt op X te verheffen tot onderdeel van de strijd tegen extreemrechts is weliswaar feitelijke onzin, maar je hoeft dat in de media maar te zeggen om alle verdere vragen als overbodig en zelfs ongehoord te negeren.
De Groot-Viroloog heeft overigens de televisiestudio’s in geen tijd doorgrond. In een recent interview merkt hij het op: ‘Journalisten kiezen soms voor de gemakkelijkste weg.’ De Groot-Viroloog is nu eens geestig, dan weer scherpzinnig.
Hij heeft ook een goed geprepareerd arsenaal aan vaste antwoorden die het altijd doen, net omdat er voor die makkelijkste weg wordt gekozen, en er bijgevolg nooit een tweede vraag komt. ‘Professor, het aantal doden is gestegen?’ ‘Ja, we zijn overduidelijk niet streng genoeg geweest…’ ‘Professor, het aantal doden is gedaald?’ ‘Ja, het bewijst dat onze maatregelen werken.’ ‘Professor, in Zweden zijn er minder doden?’ ‘Ja, maar wij tellen anders, wij tellen alles.’
Nog eentje? ‘Ik geef nooit commentaar op andere virologen.’ Alweer even simpel als geniaal. Dat zinnetje voorkomt discussie binnen de vaste groep van ‘topexperts’. Het zet tegelijk de rest van de wereld met, wie weet, andere gedachten buitenspel. Het geneuzel van het gepeupel doet er immers niet toe.
Lieven Annemans was de allereerste die het ook over de maatschappelijke schade had. ‘Een levensgevaarlijke stoorzender.’ ‘Een academisch dwaallicht.’ ‘De Leider van de Versoepelbrigade.’ Over Annemans schreef L’Echo: ‘Il subit une mise à mort médiatique d’une violence inouïe – hij onderging een ongelooflijk gewelddadige executie in de media.’ Bien joué du Grand Virologue.
Al moet het niet altijd even fors. Johan Vande Lanotte maakt een lijstje van foute voorspellingen van de experts. We zwijgen erover. VRT-journalist Luc Pauwels stelt vragen over de journalistieke keuzes van de eigen redactie. We zwijgen erover. Dat is inderdaad die ‘gemakkelijkste weg.’
Slim van de Groot-Viroloog is ook nooit de voorzitter te zijn van een of ander comité van experts. Dat laat hij over aan de mindere goden. Een echte Groot-Viroloog wil geen formele macht; alleen echte macht.
Beslissingsmacht. Die in ons systeem de politiek toekomt. Maar een Groot-Viroloog vindt daar wel iets op. Via de gewone media en via de sociale media laat je vooraf weten wat de politiek moet beslissen. Wijken ze af, volgt vlijmscherpe kritiek via dezelfde weg. De politiek volgt…
‘In de rusthuizen vallen veel doden, professor.’ ‘Een gevolg van decennia lang onvoldoende investeren.’ Een Groot-Viroloog moet als het uitkomt ook een Groot-Politoloog zijn. En soms zacht, en soms hard, in het belang van het volk. Als een jongeman na een lockdownfeestje vlucht voor de politie en van een dak valt, moet een Groot-Viroloog laten weten geen compassie te hebben.
We will remember, zeggen we wanneer er veel te veel doden worden herdacht.
Doorbraak, 18 maart 2025