De stille herverkaveling

In de politiek zijn er wijsheden en waarheden die iedereen aanvaardt maar waarover misschien eens moet worden nagedacht. Eén ervan is dat vóór de verkiezingen zoveel mogelijk de verschillen tussen partijen moeten worden naar voren gebracht. Nadien moet men op zoek gaan naar zoveel mogelijk gelijkenissen en overeenkomsten, om daarmee finaal te regeren.

Al zit daar een pervers kantje aan. Het zorgt ervoor dat nogal wat kiezers van partijen die na de verkiezingen regeren vinden dat er iets is uitgekomen waarvoor ze eigenlijk niet hebben gekozen. Een systeem dus met een ingebouwde garantie op frustratie.

Komt daar nog bij dat de laatste tien jaar de gewoonte is ontstaan om ook in een coalitie, waarbinnen men het in theorie zou moeten hebben over de zin en het goeds van de gezamenlijke projecten, óók de nadruk te leggen op de verschilpunten. Het feit dat partners na elk politiek akkoord het vooral hebben over hun meningsverschillen en over wat dank zij ons is tegengehouden, vergroot dat frustratiegevoel.

Ook al omdat iedereen dan ziet dat het niet opschiet, terwijl de werkelijkheid daarbuiten schreeuwt om keuzes en oplossingen. Maar dat wordt door de politiek straal genegeerd.

En nog iets: door de nooit ophoudende concurrentiestrijd in het midden ontstaan er zeeën van ruimte op de extremen. De frustratie wordt daar met open armen verwelkomd. 

Het debat tussen Egbert Lachaert (Open VLD) en Sander Loones (N-VA) vorige vrijdag in Terzake was in dat verband revelerend. Zelden zoveel ruzie weten maken door mensen die grotendeels hetzelfde willen en hetzelfde niet willen.

Beiden willen de stilstand doorbreken. Of die stilstand nu Vivaldi heet, of aan iets anders is toe te schrijven, is op de keeper beschouwd alleen voor Wetstraatwatchers interessant. Idem met de schuldvraag: stel dat we daar ooit een echt antwoord op krijgen, schieten we daar dan iets mee op?

Lachaert en Loones weten bovendien dat er eigenlijk niet zoveel keuze is. Als bij ongewijzigd beleid het tekort oploopt tot 45 miljard in 2029, en we daar bovenop allemaal vinden dat we de pensioenen moeten kunnen blijven betalen, onze zorg zo goed mogelijk moet zijn en dat meer geld voor defensie de evidentie zelve is, dan weet iedereen hoe laat het is. Althans in Vlaanderen.

Het is ontstellend maar tegelijk ook interessant te zien hoe aan Franstalige kant die bezorgdheid nauwelijks bestaat. Paul Magnette acht echt besparen eigenlijk onmogelijk. In De Afspraak zei hij: ‘Hebben we misschien teveel leraren? Teveel magistraten? Teveel politiemensen?’ Het antwoord op die vragen, blijkt uit Europese data, is telkens: ja. (Maar dat antwoord kwam toen niet…)

Ook ontstellend is te zien hoe vicieuze cirkelredeneringen het debat Loones-Lachaert domineren. Beiden erkennen dat hun respectieve sociaal-economische programma’s grotendeels identiek zijn – het is gewoon twee keer de vertaling van de Vlaamse onderstroom. Maar, zegt Loones, het verschil is dat de N-VA dat programma ook wil uitvoeren. En ja, het klopt, de partij van Lachaert is niet bepaald beginselvast gebleken. Daarom trouwens is Lachaert als voorzitter opgestapt: de regering was voor hem niet liberaal genoeg. Maar Loones weet even zo goed dat als er aan Vlaamse kant niet wordt samengewerkt er van die grondstroom niets in huis komt. Op Magnette moet men daarvoor niet rekenen.

Het brengt ons naadloos bij een andere sleutel: zijn de grote hervormingen waarover alvast de N-VA en de Open VLD het grosso modo eens zijn binnen België nog mogelijk? In de woorden van Koen Geens (CD&V): men moet mij eens uitleggen hoe je zonder institutionele hervormingen België betaalbaar houdt? Een retorische vraag.

Maar ook daar zitten Lachaert en Loones dichter bijeen dan ze zelf willen toegeven. Want over de noodzaak om gewesten en gemeenschappen financieel te responsabiliseren van gewesten en gemeenschappen zijn VLD en N-VA het blijkbaar eens. Meer zelfs: ook Belgicist Georges-Louis Bouchez is het daarmee eens. Het belang van die financiële verantwoordelijkheid kan niet overschat worden; het is dé sleutel die de stilstand kan opheffen.

Bouchez’ analyse is trouwens correct: als Brussel, Wallonië en de Franse Gemeenschap niet langer hun begrotingstoestand kunnen negeren zonder daar zelf de gevolgen van te dragen, is het land gered. Onze binnenlandse buren kunnen dan niet langer ons geld uitgeven. Gedwongen worden op de centen te letten is voor hervormingen altijd een ideale motor.

De N-VA zou die onwaarschijnlijk belangrijke positionswitch moeten toejuichen. En dat in alle debatten moeten herhalen. Zelfs als en revanche Vlaanderen een aantal bevoegdheden moet inleveren. Van mij mag België gerust de geluidsnormen voor de vliegtuigen vastleggen: dat zou alvast het Vlaamse Zaventem bevrijden van de waanzinnige Brusselse eisen en de boetes die daarvan het gevolg zijn. Van mij mag België opleggen dat we alleen nog verdoofd slachten: het zou Brussel vooruithelpen.

Helaas kent ook de N-VA haar platgetreden paden. Ook maar de kleinste Vlaamse bevoegdheid teruggeven is daar heiligschennis. Ook daar beletten de bomen het zicht op het bos. Dat is een algemeen politiek probleem.

En helaas is ook onzeker of Lachaert voor de Open VLD kan spreken: voor hem zijn de Belgische institutionele structuren onhoudbaar, maar of de rest van de partij hem daarin volgt is totaal onduidelijk. En of Koen Geens voor zijn partij spreekt of voor zichzelf is ook niet helder. 

Toch is dat het enige waarop Vlaanderen kan hopen: als én N-VA, én Open VLD én CD&V én – wie weet – Vooruit van die responsabilisering een punt maken, maken we een échte sprong voorwaarts.

Het is jammer dat er twee maand voor de verkiezingen geen oog is voor wat er echt toe doet. En we in elk interview maar blijven doorzeuren over met of zonder Vlaams Belang, met of zonder de Partij van de Arbeid. Terwijl voor wie goed kijkt misschien wel een stille herverkaveling bezig is. Al moet je natuurlijk kunnen en willen kijken om ze te zien.

En al bij al is die beweging ook niet zo vreemd. Op lokaal niveau wordt er – ook daar in alle stilte -  volop herverkaveld met exact hetzelfde motief: wie vreest uit de boot te vallen vindt de onderlinge verschillen niet langer relevant en maakt een gemeenschappelijke lijst. We zijn het immers eens over de grote lijnen, wordt dan gezegd. Dan is dat toch al dat, denk ik dan.

Doorbraak, 09 april 2024


Eerder

De VRT mag zwijgen

Een van de dingen die ik door de jaren heen heb geleerd is dat er in de politiek over waardigheid wordt gesproken als er geen andere argumenten overblijven. Waardigheid is de tweelingzus van populi...

Lees het hele artikel

Ampe vs de Macht

Het is vaak simpel. Er is een Stemtest van de Vlaamse openbare omroep maar die blijkt beperkt tot the powers that be. In een samenleving als de onze moet je dat dan uitgelegd krijgen. Zeker als bli...

Lees het hele artikel

De Tafel van Gert

Journalisten zijn slechte verliezers. Als elk medium hetzelfde interview wil en één omroep gaat ermee lopen, dan wordt fair play opgegeven en spelen alleen corporatisme en eigenbelang. Journalistie...

Lees het hele artikel

Arme Melissa

Met Conner wonnen we aanhang; zonder Conner verloren we er. En dus moet het weer over Conner gaan. Want zolang we het over Conner hebben, kunnen we zwijgen over de begroting en de staatsschuld. Het...

Lees het hele artikel