De zucht van De Gucht

Waar het in de politiek op aankomt is het antwoord op een tamelijk simpele vraag: wie geloof ik, en wie geloof ik niet? Ook Johan Vande Lanotte heeft dat blijkbaar begrepen: ‘De Walen,’ zegt hij in een Humo-interview, ‘geloven blijkbaar niet meer dat de PS hen uit het moeras kan trekken. Ze hebben de socialistische vakbond FGTB te lang gevolgd...’  

Diezelfde ijzeren wet heeft ook in Vlaanderen gewerkt voor de Open VLD. Het sleutelzinnetje waarmee destijds Yves Leterme de paarse regering van Verhofstadt de nek omwrong - wie gelooft die mensen nog? – was in 2024 niet eens meer nodig. De kiezers wisten ook zonder dat zinnetje wie ze niet meer geloofden: de partij haalde nog acht procent.  

Dat is tegelijk zeer merkwaardig. Want de Vlaamse onderstroom is onmiskenbaar liberaal: sociaaleconomisch tamelijk rechts, ethisch tamelijk links. Zeg maar gezond verstand. Maar bij de Open VLD heeft men omwille van de macht en de persoonlijke carrières die onderstroom vele jaren lang genegeerd.  

In tijden van vakbondsacties over pensioenhervormingen mag eraan herinnerd worden dat er maar één premier in de recente geschiedenis is bezweken voor de druk van de straat en van links: Guy Verhofstadt. Van zijn (ook toen al broodnodige) Generatiepact is twintig jaar terug niets in huis gekomen. Vandaag betalen we de rekening.   Vandaag is bij de Vlaamse liberalen hun frank nog altijd niet gevallen. Er lopen nog altijd  kopstukken rond die het Vivaldibeleid verdedigen, en die die acht procent alleen maar een bewijs vinden van het feit dat de kiezers het gevoerde beleid niet hebben begrepen en zeer ondankbaar zijn. Dat die, net omdat het in de politiek in de eerste plaats om geloofwaardigheid gaat, niet langer geschikt zijn als kopstuk of woordvoerder is nog niet ten volle doorgedrongen.  

Wie vorige week in de Kamer het eerste Vragenuur van de regering De Wever heeft gevolgd heeft gezien hoe Vincent Van Quickenborne daar openlijk wordt uitgelachen. Idem met fractieleidster Alexia Bertrand: wat ze ook zegt, het raakt kant noch wal vanwege dat Vivaldi-verleden. En als er in de blauwe fractie mensen het woord nemen die niet verbrand zijn, dan steunen die (tot hun eigen verbazing?) vanuit de oppositie de regering: Steven Coenegrachts wenste zonder ook maar enige ironie De Wever veel courage. In de geschiedenis van de Kamer is dat een unicum, een primeur.  

Egbert Lachaert is misschien de ene uitzondering op de regel: net omdat hij vanwege dat Vivaldibeleid als voorzitter is opgestapt, heeft hij wél nog geloofwaardigheid. Maar helaas zit hij in het Vlaams Parlement. En je kan tegenwoordig, als je als verkozene relevant wil zijn, bij wijze van spreken beter in de gemeenteraad van Gent zitten dan in het Vlaams Parlement.  

Eén man in de liberale rangen springt er de laatste tijd wel opvallend uit: Frederic De Gucht. Op Wikipedia kan je hem nog niet vinden – zo nieuw is hij - maar hij valt op door heldere, verstandige standpunten. Hij was ook kandidaat-voorzitter, maar zou het, zo lees je overal, niet gehaald hebben vanwege zijn familienaam.  

Dat is begrijpelijk, maar tegelijk zeer fout. Ja, in alle partijen zijn er bij ons opvallend (te) veel verkozenen die dochter of zoon zijn van ex-verkozenen… En ja, die zullen in termen van naambekendheid wel altijd een streep voor hebben. Maar het is tegelijk zeer de vraag of die vanwege hun naambekendheid moeten worden uitgesloten. Een naam kan geen eeuwige vloek zijn.  

Nóg een De Gucht dus? Ja. Zelfs in de wetenschap dat er al eerder een lichtgewicht politicus met dezelfde naam compleet over het paard is getild en geen dag te vroeg op de grond is gevallen. Over Jean Jacques De Gucht zegt Frederic dat ‘de wereld nog niet klaar is voor zijn dromen’. Mooi zo. Het betekent niets, is zelfs een beetje lachwekkend, maar niemand wordt verwacht zijn eigen broer publiek af te slachten.  

Anders is het als het over Georges-Louis Bouchez gaat. ‘De Vlaamse MR is niet de toekomst,’ zegt Frederic De Gucht. Hij ziet Bouchez in de kantine van SK Berlare geen uitleg komen doen over waar het met het land naartoe moet.  

Dat is een zware vergissing. Bouchez kan dat wel, wees maar zeker. Ook in het Frans zullen ze hem in Berlare verstaan. De kans dat ook daar de ruime helft van de VLD-leden hun lidkaart inruilen voor een van de MR is niet denkbeeldig.  

Het is merkwaardig hoe nogal wat VLD’ers dat niet zien. De zucht tot zelfbehoud is begrijpelijk en menselijk, maar is niet de beste raadgever. Het lijkt wel alsof ze bij de VLD niet beseffen dat het beeld van Bouchez als de stokebrand die vriend en vijand in de wielen rijdt, een creatuur is van de linkse Vivaldipartijen en (bijgevolg ook) van onze verzamelde media.  

Alvast de Waalse kiezers blijken daar dwars doorheen te hebben gekeken. En allicht doen de Vlaamse dat dus ook. Dat de man hun taal niet spreekt is vervelend, maar wat hij zegt vindt Vlaanderen zeer de moeite. Het is niet omdat politici Nederlands spreken dat ze worden beluisterd, laat staan gehoord.   

De jonge De Gucht moet kennelijk nog een causaliteit ontdekken: wie door onze media hip en leuk wordt bevonden heeft meestal een ernstig electoraal probleem. Niets is daar wat het lijkt, en al zeker niet als dat algemeen gezegd wordt.

Doorbraak, 18 februari 2025


Eerder

Typisch liberaal

Midden volgende maand houdt de Open VLD haar zogeheten Ideeënfestival. Al zal dat festival na het ontslag van Eva De Bleeker, maar om één idee draaien: wie wordt partijvoorzitter? En wie staat aan ...

Lees het hele artikel

De gesel der weldenkenden

Midden in de coronacrisis was hij de enige politicus van formaat die het aandurfde te zeggen dat Grootviroloog Van Ranst te veel rollen tegelijk speelde: expert, beslisser, commentator, criticaster...

Lees het hele artikel

Dalila Hermans is een verdienmodel

Astrid Elbers heeft op Doorbraak de nagel op de kop geslagen: Dalilla Hermans heeft er geen idee van wat het is om gediscrimineerd te worden. En voor alle duidelijkheid: daar kan ze ook niets aan d...

Lees het hele artikel

Het autisme van de politiek

In de toen uitgestrekte bossen van Zuid-Frankrijk is op het einde van de 18de eeuw een jongen gevonden die totaal verwilderd was. Het kind, naar schatting een jaar of twaalf oud, sprak niet, was na...

Lees het hele artikel