Geschiedenis

Het is een cliché zo groot als een huis. Ouders die er aan tafel met hun nageslacht zeer over verwonderd zijn dat hun kinderen belangrijke gebeurtenissen uit een al met al niet zo ver verleden niet blijken te kennen. Waarop de kinderen opmerken dat dat van vóór hun tijd was. Waarop (meestal) de vader gromt: ‘Napoleon was ook vóór mijn tijd’. En de kinderen – die altijd winnen, en dat is maar goed ook – antwoorden: ‘Echt? Ook dat wisten wij niet…’

Het is herkenbaar voor wie les geeft of ooit les heeft gegeven: al doende betrap je jezelf erop dat je dingen moet uitleggen waarvan je bij de voorbereiding kennelijk te makkelijk had aangenomen dat men dat wel zou weten of kennen. Het is wat alle beginnende journalisten aangeleerd krijgen: we berichten ab ovo, we hanteren geen of alvast niet teveel supposé connu. Al zit daar natuurlijk een grens op. Op de radio hoor je nooit: In Parijs, de hoofdstad van Frankrijk, is vanmorgen…  

Al blijft het altijd moeilijk. Ik lees vorige week op Twitter een Leuvense prof die in zijn les had verwezen naar Gerard van het Reve, maar tot de conclusie was moeten komen dat in het goed gevulde auditorium werkelijk niemand wist wie die meneer van het Reve dan wel was, laat staan wat die ooit had gezegd, geschreven of gedaan.

Een prof in de rechten – ook op Twitter - had het gehad over de anti-seksismewet van 2014 en had daarbij verwezen naar de niet onbelangrijke rol die in 2012 de documentaire van Sofie Peeters, Femme de la rue, had gespeeld. Ook hier: Sofie Peeters? Femme de la rue? De man had het tot zijn eigen grote verbazing moeten uitleggen. Al werd hij tegelijk met de neus op andere feiten gedrukt. Een van de studenten had opgemerkt: professor, toen waren wij negen…

(Al schrijvend zit ik te denken: misschien moet je voor de lezers van Doorbraak over Reve toch een paar woorden meer zeggen? En al zeker ook enige uitleg geven over Femme de la rue? Maar ik val terug op mijn oude professor Vermeersch; in zijn lessen zei hij dat als hij iets vermeldde dat we niet kenden, de bibliotheek tot acht uur vanavond open was.. )

Want af en toe schrik je toch wel. Zondagavond zijn er op de televisie straatinterviews te zien. In Leuven, de stad waar het socialisme al sinds jaar en dag aan de macht is. Over de vraag waarom we morgen (1 mei) vrij hebben. Ik schat dat een kleine twintig procent van de ondervraagden iets zegden over arbeid. Een meisje van kleur had het zelfs over de achturige werkdag. Maar Hemelvaart en Tweede Pinksterdag waren ook antwoorden. En veruit het vaakst kwam ‘Geen flauw idee!’ En nee, men was dit keer niet op zoek gegaan naar marginale figuren. Ze zagen er allemaal gewoon uit, zoals alle andere mensen.

Terwijl ik het altijd intrigerend heb gevonden dat 1 mei weliswaar al sinds het einde van de 19de eeuw een dag was van arbeidersbetogingen en -demonstraties, maar als betaalde verlofdag is dat geïntroduceerd door Hitler in Nazi-Duitsland. De allereerste keer kwamen honderden vakbondsleiders naar Berlijn, om feest te vieren. Ze werden prompt allemaal opgepakt en opgesloten. Desondanks is de feestdag ongeveer overal in Europa gebleven.    

Al is geschiedenis natuurlijk veel meer dan weetjes en anekdotes: geschiedenislessen gaan ook over inzichten en begrip. Als staatssecretaris Schlitz in een bui van nederigheid met stelligheid laat weten dat het naziregime ‘genocide en misdaden tegen de menselijkheid [heeft] begaan die op geen enkele wijze te vergelijken zijn met het parlementaire werk van de heer Loones’, dan kunnen encyclopedieën en naslagwerken niet meer baten. Geestig is dat Schlitz haar volgers op Twitter een les wou leren, zij het er een die ze kennelijk zelf nooit heeft begrepen.

Een mens zou geneigd zijn te denken dat dat dan weer een gevolg is van historische kennis die almaar meer wordt beperkt tot gratuite oordelen, vrijwel altijd radicaal, streng en vernietigend. De geschiedenis van ons continent wordt dan versmald tot één grote, zeer foute bedoening die heeft geleid naar uitbuiting, slavernij, kolonialisme en ongelijkheid. Veel kennis, inzicht en begrip komt daar niet aan te pas. Emoties zijn dan omgekeerd evenredig met feitenkennis.

Het is een (in alle betekenissen) levend pleidooi voor de zo verfoeide canon. En op de overbekende vraag Moeten wij dat kennen voor het examen mag het antwoord uitdrukkelijk ja zijn. Want wie geen geschiedenis heeft, of ze ontkent, heeft ook geen toekomst.  

Doorbraak, 02 mei 2023


Eerder

Ik ga toch

Dave Sinardet heeft in De Morgen van vorige zaterdag helemaal gelijk. Anders dan de volgens sommigen nogal ijdele professor zelf maal ik inderdaad volstrekt niets om mijn imago. Ik heb al wie mij d...

Lees het hele artikel

Technisch onschuldig

Treinen die van A naar B rijden, en daar ook aankomen: dat is geen nieuws. Nieuws is de trein die van de sporen dendert. Daarom is nieuws bijna altijd slecht nieuws. De volksmond weet dat, en draai...

Lees het hele artikel

Taal voor armen van geest

Hou u vast. ‘Het Nederlands is een van de grofste talen ter wereld.’ Dat staat in Je mag ook niets meer zeggen van ene Mounir Samuel. Het minste wat je van hem kan zeggen is dat hij niet gebukt gaa...

Lees het hele artikel

Vlaming of Belg?

Het typeert onze openbare omroep: hij zorgt ervoor dat de vreugde op de Vlaamse feestdag niet té groot wordt. En vandaar op 11 juli op de nieuwssite van de VRT: Is de Vlaming een flamingant? Of wil...

Lees het hele artikel