Het dorp

Het zal geen toeval zijn: in de Germaanse talen is het woord dorp (met al zijn varianten) één van de oudste woorden. Het sloeg oorspronkelijk op één huis, later op een paar huizen, nog later op nog veel meer huizen. Maar altijd was het een woord met een thuisgevoel.

In het diepst van mijn gedachten ben ook ik een jongen ‘van de buiten’, een plattelander (een uniek Nederlands woord trouwens: het veronderstelt de afwezigheid van heuvels). Ik ben van Oostakker. Van Oostakker-Dorp om precies te zijn. Want er was ook nog Oostakker-Lourdes, het bedevaartsoord. Maar dat waren andere mensen. Tussen de twee lag trouwens een groot niemandsland. Waar alleen in de late jaren vijftig plompverloren een dozijn eenvoudige huisjes was neergepoot voor ex-Koreastrijders. Maar daar kwam je nooit.

In Oostakker ken ik alle namen van de straten, weet wie waar woonde, zie nog de sierlijke letters op de muur bij de bakker: goed gebakken, niet verbrand, is een baksel van verstand. Ik ken de geur van de kerk; het verschil ook tussen begrafenissen en huwelijken, het verschil tussen de geur van gewone missen en die van de hoogmis. Asperges me, Domine, hyssopo et mundabor... Ik spreek de taal, zelfs in het Latijn. Ik weet hoe de klassen van de jongensschool eruit zagen. Met toen, o Wim Sonneveld, nog boerenkinderen in de klas. Als er sneeuw lag, droegen die klompen met stro erin. Want die slierden beter. En in juni werden ze kaal geschoren. Goe voor het haar en proper.

Als er werd gevoetbald tegen een ploeg uit Gent, riepen de Gentenaars naar ons Boer! Boer! Boer! En wij: Uufflakke, Uufflakke! (Uufflakke is het Gentse woord voor kopvlees, hoofdkaas, kipkap, preskop.) We waren ervan overtuigd: wij aten beter dan de Gentenaars. Die stedelingen keken op ons neer, maar wij wisten wel beter. 

Om maar te zeggen dat het verschil tussen de stad en het platteland al bestond voor de opmerkelijke verkiezingsoverwinning van de Nederlandse BBB. Een onderscheid dat nu opvallend oppervlakkig wordt geprojecteerd op Vlaanderen. De cd&v van Sammy Mahdi hangt er zelfs zijn overlevingsstrategie aan op.

Jasper Dhoore van De Tijd merkt op dat heel veel Vlamingen boer zijn in hun hoofd. Dat is zeer juist, zie boven, al hangt het er natuurlijk maar van af wat dat verder betekent. Je kan het reduceren tot de onmiskenbare lokale voorkeur om in fermettes te wonen. Of tot de stikstofproblematiek, die overigens pan-Europees is. Of iets daartussenin.

Het zal tegelijk de aandachtige waarnemer opgevallen zijn dat amper een paar maand terug Felix Timmermans’ Boerenpsalm op nummer één stond in de boekentoptien. Ja, er was een nieuwe uitgave, met zeer mooie illustraties van Koen Broucke en een inleiding van de alombeminde historicus Bart Van Loo – zijn boodschap: dit zijn wij – en ook nog eens een uitleiding van Gaston Durnez – zijn boodschap: dit gaat over ons. Maar wat doet Vlaamse lezers teruggrijpen naar een bijna honderdjarige roman? Waarin een blind kind wordt aanvaard omdat zijn zwangere moeder nu eenmaal naar een maansverduistering heeft gekeken?

Al is die zucht-naar-wat-was blijkbaar van alle tijden. De laatste Franse koningin Marie-Antoinette liet midden in Versailles een mini-boerderij bouwen, met echte beesten. Als herinnering aan het eenvoudige landleven. Het zit kennelijk al heel lang heel diep.

En dus is de kardinale vraag, die opvallend genoeg nergens wordt gesteld: appelleert de BBB-boodschap over het platteland niet eerder aan de hunkering naar een minder ingewikkelde wereld? Waarbij boeren identitaire verzetssymbolen worden. Heel anti-woke ook: bij de stier op de koe is er maar weinig sprake van genderdiversificatie. Of de os – aan deze ongehuwde oom van de koe werd nooit gevraagd hoe het zat met zijn genderkeuze. Is het eenvoudige buitenleven niet eerder gewenste verbeelding dan werkelijkheid? Een soort collectieve droom, waarvan we telkens weer vergeten dat het een droom is?

De voorzitter van Groen vindt het platteland een vergeten land. Als je hem mag geloven is het leven buiten de stad een ware beproeving: geen fietspaden, geen deelauto’s, zelfs de telefoon en het internet werken er maar half. Zou het? En tegelijk bewijzen de Nederlanders – ook die in de steden, blijkt almaar meer – dat ze massaal kiezen voor dat eenvoudige buitenleven? Hier klopt iets niet. Wijd verspreid ongenoegen is ruimer, globaal misschien zelfs.

Duidelijk is wel: mijn Oostakker is weg, verdwenen. Af en toe kom ik er nog eens, kijken naar wat niet meer is. Opvallend: zelfs het niemandsland is volgebouwd. Korea is afgebroken. Al in 1977 werd Oostakker een deelgemeente van Gent. Toen een algemeen aanvaarde absurditeit; nu de gewone werkelijkheid. De Katholieke Kring, waar ik nog heb gezongen, toneel gespeeld, gedanst en gedronken, is nu een ontmoetingscentrum van de stad Gent. Het staat er wat verkommerd bij. Idem dito voor de rest van de wereld.

Desondanks blijven de Grote Problemen van de mondaine, kosmopolitische stedeling even reëel als die van de simpele dorpsbewoner. Alle grote thema’s van de wereldliteratuur spelen zich geruststellend genoeg ook af onder de kerktoren.

Doorbraak, 21 maart 2023


Eerder

Leve de werkelijkheid

Het was een opvallend moment. Geert Wilders in debat met Rob Jetten, boegbeeld van het links-liberale D66. Wilders heeft nagetrokken dat Jetten, minister van Klimaat in het demissionaire kabinet Ru...

Lees het hele artikel

Nieuw Sociaal Contract

Ik heb het vele keren gedaan voor de VRT: verkiezingsprogramma’s maken. Het eerste was de vinger op de zere plek leggen, proberen te bepalen waar de verkiezingen over gingen. Wanneer je dat doorhad...

Lees het hele artikel

Een uphill battle

Het is zo ver: Doorbraak zit al een kleine week in een nieuw jasje. Er is een vaste ploeg die beslagen op het ijs staat, er zijn ook nieuwe mensen die voor Doorbraak schrijven. Het is tijd voor de ...

Lees het hele artikel

Raar, en het doet zeer

Ik kreeg het van jongs af aan ingelepeld. Toen ik nog maar nauwelijks kon lezen zag ik het in verschillende talen op de toren staan: Nooit meer oorlog. Het is lange jaren meegegaan. Het werd een L...

Lees het hele artikel