Het onstuitbare optimisme van de VLD

Er zijn veel liberalen in Vlaanderen, maar die hebben een probleem: ze zitten zonder partij. En nog erger: dat blijft zo. En dat is heel jammer. Ook van de nieuwe voorzitter van Open VLD valt niets te verwachten, maar daar kan hij of zij niets aan doen. Zelfs als zij of hij een heus plan zou hebben om de partij weer op de kaart te zetten.

Al is het zeer de vraag of Eva De Bleeker of Vincent Verbeecke zo’n plan heeft. Als ze al een visie hebben, dan houden ze die goed verborgen. Zoals ook op Doorbraak te lezen viel [link] zeggen alle kandidaat-voorzitters hetzelfde. Iets zeer clichématigs namelijk.

Nu is het ook niet simpel om voor de VLD een USP, een Unique Selling Point, een exclusief verkoopargument, te ontwikkelen. En toch moet dat. Want waarom zou je voor een partij stemmen die alleen te bieden heeft wat andere partijen ook te bieden hebben? Bovendien zegt het feit dat de Vlaamse liberalen geen eigen thema meer hebben natuurlijk ook iets over de geloofwaardigheid van de partij. Die is compleet verspeeld, samen met de eigen thema’s.

Die zijn er wel geweest. Liberaal stond jarenlang voor Vlaams gezond (boeren)verstand. Niet te veel overheidsbemoeienis, maar ook niet te weinig. Respect voor wie werkt en zijn boterham verdient, en dus matige belastingen en een voorzichtig financieel beleid. Burgerlijke waarden en normen zeg maar.

Guy Verhofstadt heeft in de jaren negentig met zijn Burgermanifesten dat erfgoed in een nieuwe jas gestoken. Veel Vlamingen voelden zich aangesproken. Daar waren trouwens nogal wat flaminganten bij, want democratisch nationalisme werd door Verhofstadt verwelkomd als ‘bevrijdende energie’.

Maar het was Verhofstadt zelf die als eerste zijn Burgermanifesten liet vallen, en de liberale thema’s overboord kieperde. Voorzichtig financieel beleid werd om de socialisten te plezieren opgegeven. Het primaire saldo (het begrotingsoverschot zonder rentelasten) van maar liefst zes procent – de nalatenschap van Jean-Luc Dehaene – werd er achteloos doorgedraaid.

Het gevolg liet niet lang op zich wachten. Na Verhofstadt – die vanaf dan alleen nog met Europa en de Wereld bezig wilde zijn, en almaar linksiger werd – kwamen er alleen maar electorale nederlagen. Het leek wel alsof de liberalen zich als lemmingen in een afgrond stortten. Met een soort noodlottigheid waartegen geen kruid is gewassen. Intussen was er een andere partij die die oude waarden en thema’s zonder veel moeite overnam. Met succes. Dat daar af en toe met een vlag werd gezwaaid vonden de kiezers geen probleem.

Optimisme is een morele plicht: dat had Verhofstadt bij Karl Popper gelezen. Zelden is een filosofische wijsheid zo verkracht als door de liberale tenoren, keer op keer, na elke verkiezingsnederlaag. Dat was zo opzichtig dat sommige liberalen het zelf in de gaten kregen. Na de zoveelste nederlaag zei Annemie Neyts dat het optimisme van de VLD ‘een pathetisch kantje’ had.

De liberale top vond het intussen heerlijk zichzelf progressief te noemen: dat zorgde voor invitaties in de televisiestudio’s waar ze het hoogst aangenaam toeven vonden. Open VLD zei een links-liberale partij te zijn. Een aantal rechts-liberalen in de partij kochten in alle stilte een bijkomende lidmaatschapskaart. Van de MR.

Om toch ergens een verschil te kunnen maken lieten de liberalen ook nog eens de Vlaamse standpunten vallen. Onder meer over het confederalisme. Geen N-VA’er heeft het confederalisme ooit zo krachtig en slim uitgelegd als Gwendolyn Rutten, maar dit partijstandpunt werd desondanks stilzwijgend afgevoerd. Een goede gok bleek dat niet te zijn.

Nogal wat aandacht ging naar de ethische kwesties. De woordvoerder was Jean-Jacques De Gucht. Een merkwaardige keuze, niet alleen gezien het nogal beperkte talent van de zoon van… Het merkwaardige was dat de man in het Vlaams Parlement en in de Senaat zat, uitgerekend de parlementen die over abortus of euthanasie niets te zeggen hebben. Dat was – volgens verschillende bronnen – een bewuste keuze: JJ mocht wel het woord voeren, maar mocht vooral niets doen. Want iets doen kon wel eens de coalitie bedreigen…

Liberalen komen op voor het individu. Dat is legitiem. Maar sommige liberale topstukken gaan daar wel zeer ver in. In Gent kan niemand zo goed liberaliezme zeggen als Matthias De Clercq, maar daar stopt het ook mee. Als lid van de clan Verhofstadt volgt hij de strategie van de baas, ook al is die noodlottig gebleken: de socialisten mogen besturen als hij maar burgemeester blijft.

Het is hetzelfde onstuitbare optimisme dat je ook terugvindt bij Vincent Van Quickenborne. Kort na 9 juni gaf hij toe dat de partij de zaken anders moest aanpakken, maar, zei hij, ‘de mindset is weer goed.’ Begin 2022 pleitte hij nog voor radicale vernieuwing: verbinden was het nieuwe sleutelwoord. En er was nog een probleem: ‘Al die jaren dezelfde naam en hetzelfde programma, de mensen raken dat beu.’ (Intussen blijkt dat de partijleden ook de Quick zelf beu zijn geworden.)

Het is het soort blindheid dat de politiek typeert. Alle liberale toplui zeggen dat ze die 8 procent niet hadden zien komen. Ze leven allemaal in een wereld waarin het beleid goed is, maar de mensen dat niet zien. Dat komt in andere partijen ook voor. Wijlen Freddy Willockx heeft dat bij een socialistische nederlaag ooit letterlijk gezegd: ja, we hebben verloren, maar dat ligt niet aan de partij, dat is de schuld van de mensen. Toen ik dat citaat op televisie bracht was Freddy voor de zoveelste keer razend kwaad…

Maar liberalen gaan altijd nog een stapje verder. Vincent Stuer bijvoorbeeld. Omdat hij geen lijsttrekker wordt op de Europese lijst verlaat die begin oktober vorig jaar met slaande deuren de VLD. Na de verkiezingen haalt hij in een kranteninterview uit: de VLD is een ideeënpartij zonder ideeën, en belaadt hij Alexander De Croo op een nogal gemene manier met alle zonden Israëls. Hij zegt ook dat hij geen kandidaat-voorzitter is: ‘Ik heb mijn lidmaatschap opgezegd om te weerstaan aan de verleiding.’ Stuer is verkozen in het partijbestuur…

Nee dus, het wordt niets met de Open VLD. Wie ook de voorzittershamer in handen krijgt. Het is het scenario Lachaert bis: een donkerblauwe voorzitter die door een lichtblauw partijbestuur gebonden is aan handen en voeten. Lachaert is het grotendeels eens met Georges-Louis Bouchez; veel partijbestuursleden vinden Bouchez een halve of hele fascist.

Bovendien – veel journalisten blijken dat niet te weten - wordt dat twintigkoppig partijbestuur statutair aangevuld met, als ik goed heb geteld, acht oud-voorzitters en oud-regeringsleiders. Nee, Gwendolyn Rutten is niet verkozen in het partijbestuur, maar ze zit er als oud-voorzitter wel in. Ja, Frédéric De Gucht is verkozen, maar zijn vader ook. En misschien wordt Quick fractieleider in de Kamer, en dus zit hij ook weer in het partijbestuur. Kortom, al wie bijgedragen heeft tot de vernieling, wordt nu verondersteld de vernieuwing te belichamen.

Doorbraak, 20 augustus 2024


Eerder

Het Avondland

We kunnen het blijkbaar niet laten; het is een ei zo na natuurlijke reflex geworden. Als Elon Musk gewone burgers de ruimte instuurt die met nieuwe hoogtechnologische pakken – ze zien er tien keer ...

Lees het hele artikel

Omdat het oog ook wat wil

Het is de schuld van Doorbraak-collega en Duitslandkenner Dirk Rochtus: hij was de eerste die mij op haar bestaan heeft gewezen. En ik raak er sindsdien nauwelijks op uitgekeken. De manier waarop S...

Lees het hele artikel

De omroep die niemand wil

Ze hebben het op de Reyerslaan zelf gezegd: ze imiteren er slechte films. En deze keer moeten we ze helemaal gelijk geven: wat een zootje toch! Op het moment dat wij dit schrijven zijn er al twee o...

Lees het hele artikel

Koeien en waarheden

Het is mijn wijze grootvader die me dat heeft meegegeven. Geboren in 1890, tot zijn twaalfde naar school geweest, maar gezegend met veel kritische zin. Hij schonk me als kind wijsheden die ik achte...

Lees het hele artikel