Het verhaal van Rousseau

Ik val voor een goed verhaal. Wie niet, denk ik? Maar helemaal zeker ben ik daarover niet. Misschien heeft dat ook te maken met hyperindividuele gevoeligheid. Hoewel.. Ook de allermooiste vrouw van de hele wereld kan maar blijven boeien als blijkt dat ze meer heeft dan twee dingen: ‘een links en een rechts’. (Ik dank Louis-Paul Boon voor de zeer bruikbare metafoor).

Er is overigens een belangrijk verschil tussen een verhaal en nen uitleg. Dat laatste is gewoon een smoes, bruikbare vluchtigheid voor de waan van de dag. En natuurlijk is er in die categorie behoorlijk wat kwaliteitsverschil. ‘Dat ik mij toen naakt op de biljarttafel bevond, was geheel en al toeval’ (een echt citaat uit een echt PV) is alleen geschikt voor advocaten die daar dan het beste moeten van maken. Het is wat verschillende politici mij hebben geleerd: nen uitleg vind je altijd, maar dat is met een beetje geluk hooguit een tijdelijke oplossing voor een tijdelijk probleem. Meer niet.

Een verhaal is duurzaam, in meerdere betekenissen: je kan het langere tijd ‘gebruiken’. Maar er is ook veel tijd nodig om het te laten doordringen, om het in de hoofden van de mensen te krijgen (de essentie van de politiek). En je moet het op veel manieren kunnen vertellen.

Dat is wat ik mij nog herinner uit de lessen literatuur: elk kunstwerk moét polyinterpretabel zijn. En elke interpretatie is een nieuwe versie van hetzelfde goede verhaal. Het lijkt nieuw, zei men, maar in essentie is het een herhaling van wat we al wisten. En we hebben dat graag. Wat heb ik toch interessante lessen gehad!

Terzijde. Een paar jaar later moest ik in de kazerne van Turnhout de groet aan de vlag brengen. De sergeant zei ons dat dit echt niet iets was wat we zomaar alle dagen deden, omdat het nu eenmaal zo hoorde. Nee, zei hij, het is een zaak van steeds gernieuwde heestdrift ­– de man was een West-Vlaming; hij kwam uit Wingene, waar er toen meer varkens dan mensen waren. Hij besefte het waarschijnlijk niet, maar sergeant Beirens was (een poging tot) een (verder niet uitgewerkt) narratief.

Succes kan nooit zonder narratief. Er zijn in de loop van de geschiedenis zonder twijfel duizenden mensen geweest die limonade hebben gemaakt. Maar er is maar één Coca-Cola. Limonade met een verhaal. Op de speelplaats van de gemeenteschool van Oostakker kwam, zoals in duizenden andere dorpen, een gele open vrachtwagen met rode letters gereden. De chauffeur droeg een donkergroen uniform; hij had een hemd met een lederen strikje. We kregen allemaal een flesje Cola, en we genoten met volle teugen, vooral van het verhaal. En à propos: Coca-Cola blijft intussen wel reclame maken…

Geheel terzijde: ik pas hier nu een truc toe van Umberto Eco. Ook geleerd in de literatuurles. De Naam van de Roos begint pas na 100 bladzijden. Om de lezers wakker te houden, zei Eco. En geen last te hebben van lezers die in slaap zijn gevallen. Welaan dan..  

In De Tijd van vorige zaterdag staat een buitengewoon interessant interview met Conner Rousseau. Net omdat hij daar (een begin van) een verhaal vertelt. Een begin.. In de politiek is dat de laatste twee jaar al ruim voldoende. Al kan het ook dat hij – eigenlijk zoals het hoort – dat verhaal in stukjes vertelt, en dus heel bewust achterhoudt wat eigenlijk al klaar ligt, maar wordt gereserveerd voor een andere keer. Petit à petit, oiseau fait son nid.

Essentieel in een politiek verhaal is het beschaafd en slim afstand nemen van wat tevoren eigen algemene gedachten en praktijken waren. Dat socialisten geen lijstje moeten afvinken over de tien punten waaraan men moet beantwoorden om erbij te horen, is een mooi voorbeeld. Het is wat  jaren terug ook al is gezegd door Norbert De Batselier: de partij moet ophouden zich te gedragen als de exclusieve examencommissie voor progressieven. Ik verdenk Rousseau ervan dat hij de geschiedenis kent. Altijd nuttig bij het ontwikkelen van een verhaal.

Net zoals enige zelfspot. En relativering. Dat verhoogt het sérieux. Heeft hij geleerd, denk ik, van Bart De Wever. Het is overigens geen toeval dat Rousseau tot twee keer toe verwijst naar De Wever. Dat die – de suggestie is dat hij sneller was dan de anderen – Rousseau wél ernstig nam. Een puur gezagsargument, maar ik kan mij voorstellen dat dat werkt..

Mensen mogen naar hier komen, maar we gaan erg streng zijn op taal, zegt Rousseau nog. Voor een aantal van zijn partijgenoten in de Gentse gemeenteraad – waar de promotie van de thuistaal al jaren hét strijdpunt is – is dat een regelrecht affront.

En nee, Conner is niet Steve II. Hij is wél bezig met ‘structuur en organisatie’. Ook dat behoort tot het verhaal. Een narratief is in zijn simpelste voorstelling een tekst. Maar dat is een bedrukt stuk papier. Je moet daar ook iets mee doen. Liefst georganiseerd en gestructureerd.

Maar veruit het interessantste is zijn (niet in die woorden uitgesproken) pleidooi voor politieke herverkaveling. Met één centrumlinkse en één centrumrechtse partij, en ‘uiteraard’ ook nog de extremen. En dus meerdere partijen die overbodig worden. Maar, zegt Rousseau – heel geestig – ‘ze zullen het merken als het te laat is’. Ook heel juist, denk ik.

En verder ook nog – u moet dat toch eens lezen – over het verschil met Groen, met de PvdA. Interessant allemaal omdat het een ‘hé ja!’-reflex genereert. En allicht is het dat wat van een verhaal een goed verhaal maakt.

Ik kan hier minstens tien ernstige redenen opsommen waarom Rousseau ook kan mislukken.  Maar hij vertelt intussen wel het begin van een verhaal. En hij is vooralsnog de enige in Vlaanderen die daar zichtbaar mee bezig is. Want – in volgorde van grootte – de N-VA is met zichzelf bezig; de CD&V probeert maar wordt gedomineerd door én Boerenbond én ACW én het katholiek onderwijs én…; kortom door de behoeders van de stilstand. Open VLD is zijn verhaal helemaal kwijt, en mocht er toch een komen dan geldt de Verhofstadt-doctrine: bij de eerste de beste gelegenheid wordt dat gewoon overboord gekieperd. En Groen is dogmatisch verblind.

Maar Rousseau doet dus aan vertellen. Hou hem in de gaten. Zeg dat ik het gezegd heb.   

Doorbraak, 22 december 2020


Eerder

De VRT mag zwijgen

Een van de dingen die ik door de jaren heen heb geleerd is dat er in de politiek over waardigheid wordt gesproken als er geen andere argumenten overblijven. Waardigheid is de tweelingzus van populi...

Lees het hele artikel

Ampe vs de Macht

Het is vaak simpel. Er is een Stemtest van de Vlaamse openbare omroep maar die blijkt beperkt tot the powers that be. In een samenleving als de onze moet je dat dan uitgelegd krijgen. Zeker als bli...

Lees het hele artikel

De Tafel van Gert

Journalisten zijn slechte verliezers. Als elk medium hetzelfde interview wil en één omroep gaat ermee lopen, dan wordt fair play opgegeven en spelen alleen corporatisme en eigenbelang. Journalistie...

Lees het hele artikel

Arme Melissa

Met Conner wonnen we aanhang; zonder Conner verloren we er. En dus moet het weer over Conner gaan. Want zolang we het over Conner hebben, kunnen we zwijgen over de begroting en de staatsschuld. Het...

Lees het hele artikel