De Groot-Viroloog herdacht
Mocht het u niet opgevallen zijn: ook de vijfde verjaardag van het begin van de Coronacrisis is in dit land geen aanleiding om grondig na te denken over hoe men het toen heeft aangepakt. Niet om me...
Lees het hele artikelIn mijn gedroomde, gevreesde en ondenkbare memoires gaat het ook over de huiszoekingen die ik heb moeten meemaken. Niet bij mij thuis, maar bij collega’s uit de Kamer. De Kamervoorzitter moet daarbij zijn om erop toe te zien dat het gerecht zich niet in politieke zaken begint te verdiepen: het moet over strafbare feiten gaan, en over niets anders. Ik heb er in vijf jaar voorzitterschap vijf gedaan. Vier in Wallonië en één in Vlaanderen. Altijd ’s ochtends, heel vroeg.
Uiteraard moet je dan zwijgen: het is niet de bedoeling dat je ervoor zorgt dat er niets te vinden valt. Ik heb mij daaraan gehouden, maar dat is lastig. De voorzitter is de eerste onder zijns gelijken, de primus inter pares, maar bij een inval sta je wel aan de andere kant. Van gelijkheid is geen sprake meer, ook al ben je daar om te waken over rechten. Want een huiszoeking is stripverhaalachtig indrukwekkend. In Wallonië nog meer dan in Vlaanderen. Het viel mij op dat aan Franstalige kant er dubbel zoveel volk aan te pas komt als bij ons. Bovendien steevast mensen met cowboymanieren, inclusief ostentatieve pistolen en revolvers. En ook altijd met heel veel tekst en uitleg. La culture des paroles. Een merkwaardig verschil.
Al bleek dat soms valse schijn. Bij een inval – en dat is de logica zelve – gaat men eerst naar de pc’s en de laptops. Maar in één geval bleek het om een oud toestel te gaan dat je uitsluitend open kon krijgen door de achterwand los te schroeven. Waarop iemand riep: ‘Quelq’un a un tournevis?’ Bleek van niet… Waarna het Kamerlid dan maar zelf een schroevendraaier boven haalde. Dat beeld – wel schietijzers, geen schroevendraaier – is bij mij blijven plakken als metafoor van onze gebrekkige justitie.
Justitie liet mij ook elke keer weten dat ik zeer beducht moest zijn voor procedurefouten. Wat ik als niet-jurist behoorlijk lastig vond. Eén keer heb ik een onderzoek urenlang stilgelegd omdat ik er zeker van was dat er een fout gemaakt werd. Dat ging zo.
We bellen aan op het adres dat in het dossier staat, een appartementsgebouw. Maar er wordt niet geantwoord. Na vijf keer vraagt de onderzoeksrechter de slotenmaker de deur open te maken. Op het moment dat die aan zijn werk begint, komt er aan de andere kant van de deur een zichtbaar opgewonden meneer de trap af die de deur opent en in onvergetelijk Limburgs zegt: ‘Wat doet gij aan onze deur, jong?’ De man herkent mij en voegt eraan toe: ‘Bracke, mijne man, waarom zijt gij hier? Gij zijt toch van Gent?’
Om een lang verhaal kort te maken: bleek dat het Kamerlid recent verhuisd was. Maar iedereen wist waar hij nu woonde. ‘Bon,’ zegt de onderzoeksrechter, ‘dan moeten we daar naartoe’. Toen heb ik neen gezegd. Dat kon alleen als ook op de stukken het juiste adres voorkwam. Na een uur of vier wachten waren die stukken er ook. Als mijn grootmoeder dit nog had mogen meemaken, zou ze gezegd hebben wat ze altijd zei: ‘Gij hebt meer chance dan verstand.’
Wanneer we nadien – het is dan al een eind in de voormiddag – op het juiste adres aanbellen, blijkt het Kamerlid nog in bed te liggen. Hij komt in zijn onderbroek en marcelleke naar beneden, opent de deur, hoort de onderzoeksrechter zeggen dat het om een huiszoeking gaat, maar barst uit in woede en scheldt de halve wereld uit. Zegt ook dat ik op hem niet meer moet rekenen – over wie voorzitter is moet het parlement elk jaar stemmen.
Ik heb toen aan de onderzoeksrechter gevraagd om eerst alleen binnen te mogen gaan. Hij gaf mij vijf minuten. Dat was voldoende om uitgelegd te krijgen dat tegenwerken geen zin had, en dat het beter was aan de kinderen te zeggen dat ze zich geen zorgen hoefden te maken. En dat hij kleren moest aantrekken.
Al loopt het niet altijd even goed af. Zoals op die koude winterochtend bij weer een andere collega. Ook daar werd de deur niet geopend. Het enige antwoord was een vervaarlijk blaffende hond. Hier geen slotenmaker; wel een politieman met een betonnen cilinder om de deur open te beuken.
‘On va ouvrir la porte,’ zegt de onderzoeksrechter. Ik vraag of ik niet eerst mag bellen. ‘Allez, vite,’ is het antwoord. Ik neem mijn telefoon en vraag een slaapdronken collega om als hij thuis is toch maar de deur open te doen. En vooral die hond op te sluiten. ‘Je viens.’
Aan de binnenkant van een tamelijk gewoon huis is er een ongewoon interieur: overal duur design. Er is ook te zien dat er de avond ervoor een feestje is geweest. Op de open verdieping verschijnen twee jonge vrouwen in haastig aangeschoten kleren die zeggen dat ze er helemaal niets mee te maken hebben. Ze mogen meteen beschikken.
De onderzoeksrechter heeft een laptop in handen die hij op het aanrecht heeft gevonden. Hij vraagt het Kamerlid hoe hij een duur pand in het buitenland heeft betaald. Met een lening, antwoordt hij. ‘D’une banque belge ou d’une banque étrangère?’ vraagt de onderzoeksrechter. ‘D’un ami,’ luidt het antwoord. De volksvertegenwoordiger neemt de laptop, klapt hem toe en zegt: ‘Vous pouvez l’avoir.’ De dag nadien lees ik dat hij bij de volgende verkiezing geen kandidaat meer zal zijn.
Het zijn herinneringen die mij opkwamen toen ik las over de huiszoeking bij Didier Reynders. Ik heb daar geen oordeel over, om de simpele reden dat ik het niet begrijp. En ik heb een afkeer van ‘schuldig vanwege reputatie’. Op basis van wat ik erover heb gelezen, vind ik de Nationale Loterij minstens even verdacht als Reynders.
Ik heb Reynders tamelijk goed gekend. Toen er op een nogal gespannen besparingsoverleg sprake was van de zeer dure en vooral ceremoniële paarden van de federale politie, zei Reynders: ‘OK, dan zullen we ze op 21 juli op pony’s laten rijden.’ Geniale man, dacht ik toen.
Doorbraak, 10 december 2024
Mocht het u niet opgevallen zijn: ook de vijfde verjaardag van het begin van de Coronacrisis is in dit land geen aanleiding om grondig na te denken over hoe men het toen heeft aangepakt. Niet om me...
Lees het hele artikelElke betrokken burger doet er goed aan naar de vierdelige Canvas-documentaire over Steve Stevaert te kijken. Niet om de onthullingen – die zijn er niet. Wel omdat u een beeld krijgt van wat macht m...
Lees het hele artikelIk heb nieuws. Bij de UGent – de grootste werkgever van Oost-Vlaanderen - hebben welgeteld 32 mensen deelgenomen aan de vakbondsactie van 13 februari, de dag dat er betoogd is in Brussel. 32 van de...
Lees het hele artikelHet is u verzwegen, maar bij de nieuwsdienst van de VRT staan er grootse dingen te gebeuren. Men is er namelijk tot de conclusie gekomen – ‘na een interne evaluatie’ – dat de hoofdredactie ‘te vers...
Lees het hele artikel