Leve de Koning!

Het stond in Het Laatste Nieuws: koning Filip is nog nooit zo populair geweest. Hij haalt 6,9 op 10. Vorig jaar was dat nog 6,6 en het jaar daarvoor 5,9. En ook niet onbelangrijk: 66 procent van de Vlamingen is best tevreden over de vorst, maar in Wallonië haalt hij amper 53 procent, daar is het met de hakken over de sloot dus.

Die groeiende populariteit is volgens de krant ook te danken aan de video die het Paleis heeft gemaakt bij Filips vijfenzestigste verjaardag. Daarin beantwoordt hij veertig minuten lang vragen van landgenoten. Over de rol van de koning, maar ook over zijn ochtendroutine, zijn kinderjaren, en over zijn favoriete muziek. Dat is Dire Straits. Al spreekt hij zelf over de Dire Straits… 

Maar als het niet echt moet, kijkt u beter niet; het is tijdverlies. Na afloop heb je trouwens een wat raar gevoel van plaatsvervangende schaamte. Puur technisch is de montage bovendien niet bepaald hedendaags of flitsend. En een bevlogen spreker zal de vorst nooit zijn, ook niet in het Frans. 

Maar royaltywatchers zijn altijd met weinig tevreden. Die van Het Laatste Nieuws schrijft dat Filip ‘probeerde menselijker over te komen.’ ‘We zagen in die 40 minuten een Filip die al 65 jaar bekend en toch onbemind was,’ schrijft de krant.

Dat is het probleem van de monarchie in deze eeuw: moet de koninklijke familie dichter bij de mensen staan? Moet de vorst laten zien dat hij au fond ook maar een doodgewone jongen is? Of is het net omgekeerd en moet de koning zo mysterieus mogelijk zijn? En is het net die mystiek die het ’m doet? De koning als symbool van de natie, ‘zeker voor wie onvoldoende is opgeleid’, zoals Walter Bagehot het schreef in The English Constitution. Het idee dat de sterren alleen maar prachtig zijn omdat ze zo ver van ons af staan.

Het is de perfecte catch-22 tussen iets doen en niets doen. Doet de koning niets, dan komt de onvermijdelijke vraag: wat zit die man daar te doen? Als hij wel iets doet of zegt, is de reactie even voorspelbaar: waar bemoeit die man zich mee? Je zou van veel minder een punthoofd krijgen.

Het is die omstandigheid die van Filip zo’n houterige klaas maakt. Hij is ervan doordrongen dat hij al sprekende niets mag zeggen. De belofte dat ge onbevreesd moogt spreken uit de Brabançonne geldt merkwaardig genoeg niet voor de koning.

Al is dat maar een deel van de verklaring: andere gekroonde hoofden hebben hetzelfde statuut, maar gaan daar stukken minder krampachtig mee om.

Ik herinner mij koningin M die, midden in de Griekse schuldencrisis, en met flink wat volk in de buurt, nogal luid zei dat ze vond dat we voor ‘die Grieken’ genoeg hadden betaald. Onze vorst werd rood in haar plaats.  

Ik herinner mij een lunch met naast de koning en de koningin nog twee andere, buitenlandse gekroonde hoofden, uit S. Er werd de hele tijd Engels gesproken. De gesprekken waren aangenaam en geregeld zelfs interessant.

Tot de buitenlandse vorst plots een zeer heikele politieke kwestie opwierp. Er viel een stilte van wel dertig tergend trage seconden. Die plompverloren verbroken werd door koningin Mathilde, die, getraind als ze is in het ontwijken van pijnlijke toestanden, mij – de enige Vlaming aan tafel – in het Nederlands vroeg of ik het laatste boek van Stefan Hertmans al had gelezen. Waarop de buitenlandse vorst: ‘This is presumably not what I wanted to talk about.’

Toen de man dan ook nog eens zijn eigen minister van Buitenlandse Zaken fors tegensprak, vond onze Filip het ruim voldoende. ‘Let’s talk about our friendship,’ zei hij. Die was dik in orde.

Van staatshoofden gesproken: die moeten verkozen zijn. Zoals alle andere macht. De rol van staatshoofd kan nooit een kwestie van geboorte zijn. Ik ben een republikein.

Dat is in België ook in politieke kringen niet zo’n uitzonderlijk standpunt. Tenminste in theorie. Over de partijverschillen heen vindt men dat een koning eigenlijk niet meer van deze tijd is, maar, volgt dan talloze keren, in een ingewikkeld land als België is de monarchie misschien nog de beste oplossing. Anders wordt het land totaal onbestuurbaar. Ik betwijfel dat.

Er zijn wel meer ingewikkelde landen. Waarom die dan niet overschakelen op de monarchie is een open vraag – al geef ik toe dat traditie een zekere glans verleent. Idem met onze handelsmissies, die dankzij de prinselijke deelname overal in de wereld deuren zouden openen. Moeten we echt geloven dat landen met een president op dat punt minder goed presteren? Nee toch?

Tegelijk is het waar dat een verkozen president bij ons niet alleen zijn eigen partij moet afzweren, maar ook in noord en zuid moet gedragen zijn. Zulke figuren hebben we ooit wel gehad: Jean-Luc Dehaene, Louis Michel, Herman Van Rompuy, Herman De Croo… Vandaag bestaan politici au-dessus de la mêlée niet meer.

En dus doen we maar voort. Het voordeel is dat royals naast staatkundig symbool ook meestal kunnen fungeren als kermisattractie. Prins Laurent wordt daar ruim voor vergoed.

Doorbraak, 22 juli 2025


Eerder

Typisch liberaal

Midden volgende maand houdt de Open VLD haar zogeheten Ideeënfestival. Al zal dat festival na het ontslag van Eva De Bleeker, maar om één idee draaien: wie wordt partijvoorzitter? En wie staat aan ...

Lees het hele artikel

De gesel der weldenkenden

Midden in de coronacrisis was hij de enige politicus van formaat die het aandurfde te zeggen dat Grootviroloog Van Ranst te veel rollen tegelijk speelde: expert, beslisser, commentator, criticaster...

Lees het hele artikel

Dalila Hermans is een verdienmodel

Astrid Elbers heeft op Doorbraak de nagel op de kop geslagen: Dalilla Hermans heeft er geen idee van wat het is om gediscrimineerd te worden. En voor alle duidelijkheid: daar kan ze ook niets aan d...

Lees het hele artikel

Het autisme van de politiek

In de toen uitgestrekte bossen van Zuid-Frankrijk is op het einde van de 18de eeuw een jongen gevonden die totaal verwilderd was. Het kind, naar schatting een jaar of twaalf oud, sprak niet, was na...

Lees het hele artikel