Liberalen

Het is gezegd door Carl Devos op VRT: in de Gentse ‘aan gewone mensen niet uit te leggen toestanden’ over sociale huisvesting blijven de liberalen buiten beeld. Dat lijkt misschien zo, maar feitelijk klopt dat niet.

De liberalen zijn feitelijk medeplichtig. Net zoals de Groenen, al hebben die tenminste (alsnog?) de nobele maar onnozele moed (sorry, schepen Decruynaere) de socialistische wantoestanden die ze mee hebben mogelijk gemaakt, niet af te vallen.

Het is waar, en ik moet op dat punt – stop de persen ! – Filip Watteeuw gelijk geven: als het begint te spannen, dan is Mathias De Clercq in geen wegen of velden te bespeuren. Het laatste wat we ooit gaan kunnen is hem betrappen op moed of op een oorspronkelijke gedachte.

Weken lang heeft hij hetzelfde discours dat bestaat uit hooguit drie zinnetjes: 1) ik wil onze zeeR mooie stad veRbinden; 2) ik wil niet weten van linkse pRietpRaat en ook niet van het zuuR van Rechts 3) ik wil buRgemeesteR woRden. (Het zal de aandachtige lezer opvallen dat die drie zinnetjes beginnen met ‘ik’; dat is overigens het wezenskenmerk van het ‘libeRaliesme’).

De liberalen moeten misschien kiezen: want ofwel zeg je dat wat in WoninGent is gebleken echt niet kan, ofwel keur je dat mee goed. Het laatste beantwoordt aan de werkelijkheid. Van de drie liberalen in WoninGent is er één die tekenen heeft gegeven van zelfstandig denken. De anderen zijn nederig door de knieën gegaan. Slappe knieën?

De dubbelhartigheid is in Gent een wezenskenmerk van de liberalen, en ik beken dat ik dat diep betreur want – mocht u dat nog niet begrepen hebben – ik geloof dat het water tussen ons en de VLD niet zo diep is. Ik moet daar ooit eens een Burgermanifest over schrijven… Als ik op pensioen ben.

Maar dubbelhartigheid dus, het syndroom van Verhofstadt zeg maar. De kiezer eerst verleiden met een (toen inderdaad origineel) verhaal om vervolgens (ik! ik!) eerste minister te worden en te doen wat de socialisten bevelen. De hele VLD betaalt daar tot op vandaag nog altijd de electorale rekening voor.

In Gent is het nog erger. Want er is De Clercq, die van het kartel nooit burgemeester mag worden maar gegijzeld wordt door... zijn eigen drie zinnetjes. Hij sluit immers niets uit, en is per definitie allemans vriend.

Maar zo mogelijk veel erger is zijn nummer drie, Christophe Peeters. Met de hand op het hart: hij is by far in de gemeenteraad de allerbeste overtuigde verdediger van roodgroen. Het ik van Peeters zegt: laat De Clercq maar proberen; mocht hij lukken, dan blijf ik in het spel. Mocht hij mis-lukken, dan blijf ik ook, dankzij mijn goede relaties met rood en met groen. Meer zelfs: als De Clercq mislukt, wordt Peeters zelf de blauwe kopman. Eindelijk zal die dynastieke De Clercq weg zijn… Meer moet dat niet zijn!

Moeten we bijgevolg finaal niet vriendelijk vragen aan onze liberale collega’s of zij ergens voor staan? En zo ja, waarvoor? Kiezen ze voor wat is, al 30 jaar? En willen ze gewoon verder doen? Waarbij moet worden opgemerkt dat in alle Gentse schandaalverhalen. Of kiezen ze voor… verandering?

Wie overigens écht vindt dat Gent écht aan iets anders toe is, na 30 jaar, heeft maar één kans. Alleen N-VA is daar duidelijk over: als we (mee) besturen, gaan we echt iets anders doen.

Tenzij natuurlijk morgen de liberalen een kant gaan kiezen…


Eerder

Leve de werkelijkheid

Het was een opvallend moment. Geert Wilders in debat met Rob Jetten, boegbeeld van het links-liberale D66. Wilders heeft nagetrokken dat Jetten, minister van Klimaat in het demissionaire kabinet Ru...

Lees het hele artikel

Nieuw Sociaal Contract

Ik heb het vele keren gedaan voor de VRT: verkiezingsprogramma’s maken. Het eerste was de vinger op de zere plek leggen, proberen te bepalen waar de verkiezingen over gingen. Wanneer je dat doorhad...

Lees het hele artikel

Een uphill battle

Het is zo ver: Doorbraak zit al een kleine week in een nieuw jasje. Er is een vaste ploeg die beslagen op het ijs staat, er zijn ook nieuwe mensen die voor Doorbraak schrijven. Het is tijd voor de ...

Lees het hele artikel

Raar, en het doet zeer

Ik kreeg het van jongs af aan ingelepeld. Toen ik nog maar nauwelijks kon lezen zag ik het in verschillende talen op de toren staan: Nooit meer oorlog. Het is lange jaren meegegaan. Het werd een L...

Lees het hele artikel