Opa vertelt

Ik ben één keer uitgestuurd naar oorlogsgebied. Naar Rwanda, in de herfst van 1990. Toen dat land vanuit het grensgebied met Oeganda, werd aangevallen door de ‘rebellen’ van het Front Patriotique Rwandais (FPR), geleid door Paul Kagame. Die dus een jaar of vijf later aan de macht is gekomen. Door de toen nog nauwe band tussen België en zijn ex-kolonies was het op de BRT niet uitzonderlijk dat een Wetstraatjournalist naar Afrika werd gezonden: buitenlandse verslaggeving in ’s lands belang vergde enige binnenlandse politieke ervaring. Het waren nog andere tijden.  

Ik heb er veel geleerd. Onder meer dat oorlog, hoe wreed ook, een relatief gegeven is. Al haast ik mij om eraan toe te voegen dat het toen om een brave oorlog ging: geen bombardementen, geen cybertoestanden of intelligente wapens. Wel eenvoudige schietgeweren, bazooka’s en artillerie. Kogels, granaten, obussen. Maar dat is voor wie sneuvelt van totaal ondergeschikt belang…

Wij hanteren voor krijgsgeweld in het Nederlands een uniek woord. (Ik ben en blijf een germanist…) De Fransen en de Britten gebruiken hetzelfde woord: guerre en war gaan terug naar dezelfde Germaanse stam werra. In het Duits vind je die terug in Wehr. Maar drie keer betekent dat vechten, met als bijgedachte dat je dat doet  tegen iemand waarmee je van mening verschilt – zie trouwens ook het Franse querelle, met diezelfde stam.

Wij hebben een veel ingewikkelder, tegelijk ook rijker woord. Oorlog – ik ken geen varianten van dat woord in andere talen - is een etymologische samenstelling “’waar­van het ene ‘ont­bin­ding van een overeenkomst’ be­te­ken­de en het an­de­re ‘nood­lot als wat voor de mens is neergelegd’” – ik citeer van Dale.

Dat laatste element is beklemmend – het lijkt alsof de oorlog al veel langer is beslist, door het Lot, door God; hij stond in de sterren geschreven, geen ontkomen aan. Het eerste element is interessant: de ontbinding van een overeenkomst kan je vertalen als het opzeggen van wat collectief was afgesproken, en dus het einde van de staat – waarbij de staat dan staat voor een algemeen contract dat in de allereerste plaats moet zorgen voor fysieke veiligheid. In tijden van oorlog vervalt die overeenkomst.

Dat is ook wat je ervaart in oorlogsgebied. De gewone dingen zijn er niet meer, of ze zijn erg schaars. Ik herinner mij dat in ons hotel iedereen hetzelfde te eten kreeg: de menu’s lagen nog op de tafels, maar als herinnering aan wat was geweest. Ik herinner mij dat het ruim een dag duurde voor we een auto konden huren. En wat we betaalden voor één maand was bij nader toezien de lokale verkoopprijs van die auto. Ik herinner mij dat we geld wisselden, niet bij de bank maar bij Vlaamse paters. Een week nadien waren de Belgische franken die ze bewaarden in een apart kamertje, ruim het dubbele waard in francs rwandais. Francs rwandais die we nodig hadden om bij de vele controleposten te mogen doorrijden. Dat is oorlog.

En wat Dyab Abou Jahjah – wat een slimme mens is dat toch ! – relativerend opmerkt in Het Laatste Nieuws van vorige zaterdag, klopt. Hij beschrijft hoe hij als kind in Zuid-Libanon heeft meegemaakt dat er geregeld werd geschoten en gebombardeerd. Zijn ouderlijke huis is meerdere keren vernietigd. Zelfs als er oorlog is, is niet álles oorlog. Vergelijk het met mensen die leven in een regio waar aardbevingen voorkomen. Om de vijf of zes jaar is er een schok en als je in die regio woont, wéét je dat. Maar de dag erna ruim je puin en gaat het leven verder. Met oorlog is het ook zo. Heb ik van die oorlog een trauma? Ik denk het niet. Er was geborgenheid en er werd voor mij gezorgd, dus echt, ik had een goeie kindertijd. Maar: af en toe was er een aardbeving."

Dat was in Rwanda niet anders: oorlog is niet altijd en niet overal. We moesten als verslaggevers de oorlog gaan zoeken. We hadden immers beeld nodig… Naar het noorden moesten we rijden. Jaja, maar dan? Afgaan op het geluid van geschut en gedonder was één ding. Het hielp. En zonder in details te gaan kan ik zeggen dat een verleden als misdienaar in minder gekoelde tijden ook wel nuttig was: de onvergetelijke geur van.. Het hielp. En een geluidstechnicus die nog para was geweest, het hielp: geleerd was hij niet, maar hij wist wel waar je beter niet kon gaan staan voor een beter shot.

De stilte van een dorp waar je – letterlijk - een berg doodgeschoten mensen vindt, vergeet je nooit. Net zo min als de mooie, houten dozen waarin de kogels hadden gezeten. Met daarop – zoals bij de betere wijn - in kunstige letters Fabrique Nationale. Waarom die mensen in dat dorp waren vermoord heb ik nooit geweten. Maar er zal wel een reden zijn geweest. Het Lot dus, uit oorlog.

Ik hoor net op de radio dat – een ex-rechter van het Internationaal Strafhof spreekt – Poetin kan worden beschuldigd van oorlogsmisdaden. Het zou kunnen natuurlijk; ik ben geen expert. Maar ik heb al langer begrepen dat een waardeloze roebel, torenhoge inflatie, gesloten grenzen, gebrek aan van alles en nog wat – met op één vooral leuke westerse hebbedingetjes – die juridische beoordeling flink kunnen helpen.

En voorts is voor enig begrip van moeilijke dingen een beetje breed lezen ook nooit slecht. In het laatste boek van filosoof Johan Braeckman citeert hij niemand minder dan Adolf Hitler: ‘Ik zal nooit geloven dat wat gebaseerd is op leugens eeuwig kan blijven duren. Ik geloof in waarheid. Ik ben er zeker van dat de waarheid op de lange duur zal overwinnen.’  

Dat had volstrekt niets te maken met waarheid, maar alles met nen uitleg. Daar moet een mens altijd voor oppassen.

Alle oorlogvoering is gebaseerd op misleiding. Het staat bij de Chinese generaal Sun Tzu, en het is 2500 jaar oud. Naar verluidt valt er op dat punt in de afgelopen dagen geen verandering te noteren.     

Doorbraak, 08 maart 2022


Eerder

Leve de werkelijkheid

Het was een opvallend moment. Geert Wilders in debat met Rob Jetten, boegbeeld van het links-liberale D66. Wilders heeft nagetrokken dat Jetten, minister van Klimaat in het demissionaire kabinet Ru...

Lees het hele artikel

Nieuw Sociaal Contract

Ik heb het vele keren gedaan voor de VRT: verkiezingsprogramma’s maken. Het eerste was de vinger op de zere plek leggen, proberen te bepalen waar de verkiezingen over gingen. Wanneer je dat doorhad...

Lees het hele artikel

Een uphill battle

Het is zo ver: Doorbraak zit al een kleine week in een nieuw jasje. Er is een vaste ploeg die beslagen op het ijs staat, er zijn ook nieuwe mensen die voor Doorbraak schrijven. Het is tijd voor de ...

Lees het hele artikel

Raar, en het doet zeer

Ik kreeg het van jongs af aan ingelepeld. Toen ik nog maar nauwelijks kon lezen zag ik het in verschillende talen op de toren staan: Nooit meer oorlog. Het is lange jaren meegegaan. Het werd een L...

Lees het hele artikel