Vijgen na Pasen

Waar gebeurd. Ik, aan de kassa van de Colruyt bij een jobstudent, een jonge twintiger. Hij haalt een stoffen zakje met daarin acht vijgen uit mijn winkelkar, doet dat zakje open, kijkt mij verbaasd aan en vraagt: ‘Wa is da?’ Ik antwoord: ‘Dat zijn vijgen.’ Hij: ‘Ah, zijn da vijgen?’ Ik: ‘Ja, voor na Pasen.’ Hij: ‘Waarom zegde gij da?’ Ik: ‘Laat maar, dom grapje van mij.’

Erg? Volgens de kleine cultuurpessimist in mij wel. Jammer? Volgens de grote taalminnaar in mij heel beslist. Moet je echt germanist zijn om je af te vragen waarom die vijgen na Pasen komen, en bijgevolg – dat snapt merkwaardig genoeg iedereen – te laat? Zoals mosterd na de maaltijd?

Voor wie het wil weten: gedroogde vijgen (regelrechte caloriebommen en mede daarom zeer geapprecieerd) waren eeuwenlang het enige soort zoetigheid dat onze Moeder de Heilige Kerk toeliet in de vastentijd. Al moesten die natuurlijk bij ons worden geïmporteerd uit meer zuidelijke gebieden. En die aanvoer verliep niet altijd even vlot: het gebeurde dat ze pas na het einde van de veertigdagentijd, na Pasen dus, aankwamen.  

Vastentijd? Veertigdagentijd? Pasen?

Waar gebeurd. Aan tafel in de tuin met een tiental vrienden. Het is wat het is: allemaal mensen van tamelijk goeden huize, van enige rang en stand ook. Niet dat het een met het ander te maken heeft, maar ze zijn, op één na, allemaal gedoopt. We horen de klokken van de kathedraal enthousiast beieren: het is er de dag voor, denk ik.

Het is de aanleiding voor een gesprek waaruit snel blijkt dat voor het gezelschap het onderscheid tussen Pasen, Pinksteren en Hemelvaart bijna onbestaande blijkt te zijn geworden. Wat vasten is, weten we allemaal. Maar de vastentijd? Ah, dat is gelijk de ramadan!

Erg? Volgens de kleine cultuurpessimist in mij wel. Jammer? Volgens de rest van mij heel beslist.

Had de hele wereld maar les gekregen van Etienne Vermeersch! Ook in de week voor Pasen verkondigde hij luid dat God niet bestond, dat hij daar honderd procent zeker van was, en dat hij het bovendien kon bewijzen. Dat zei de professor – ik overdrijf nu in het belang van de duidelijkheid – minstens zeven keer per week. Maar in de week voor Pasen dus vond hij het zijn plicht ons uitgebreid te onderhouden over de Mattheüspassie van Bach, en waarom dat ‘met recht en reden’ (als Vermeersch dat zei dan diende daar verder niet aan getwijfeld te worden) het vijfde evangelie kon worden genoemd. ‘Het vijfde is de samenvatting van de vier andere!’

‘En ja, dit behoort tot mijn cursus,’ zei hij er meteen bij. Dat was verstandig. Ik zou er morgen met een redelijke kans op succes nog examen over kunnen doen. ‘Zonder kennis van de evangeliën kan je dit weergaloze kunstwerk nooit vatten.’ Vermeersch schuwde nooit grote woorden, en zeker niet als hij dacht – wat nogal eens gebeurde – dat zijn gelijk zo onwrikbaar was als Rome zelf.

Het kwam er op neer dat er twee soorten godsdiensten waren. In de ene soort (in de islam bijvoorbeeld) is God de ondoorgrondelijke, verre almacht waarbij men zich maar neer te leggen heeft; in de andere is God zeer herkenbaar en dichtbij. Zoals bij de Romeinen: de goden deden daar net zoals de mensen; dezelfde kuiperijen, wreedheden en vetzakkerij.

Het unieke van de christelijke godsdienst, zei Vermeersch, is de combinatie van die twee modellen. Er is de Vader, ver, almachtig, niet te begrijpen; maar er is ook de Zoon, de mens die sterft op het kruis. Uitgerekend de pijnlijkste en smadelijkste doodstraf, die (juist daarom) nooit aan een Romeins burger kon worden opgelegd; kruisiging was voor slaven en buitenlanders.

Van die combinatie is de Mattheüspassie de meest sublieme vertolking. Er is God, de pantokrator, de παντοκράτωρ, de schepper van alles, die ook beslist over leven en dood, zelfs van zijn eigen zoon, die, zoals een gewoon mens, verraden, gemarteld en gefolterd zal worden. En ja, Was mein Gott will, gescheh’ allzeit, het is wat het is. Maar er is ook de onmetelijke pijn van Mein Jesu. Inclusief zijn angst om dood te gaan.

Aber Jesus schriee abermal laut, und verschied – Jezus schreeuwde nog eens luid, en stierf. Ik ken die zinnetjes nog uit het hoofd. Evenals de uitleg. Over scheiden als scheiden, uiteengaan en ver-scheiden, doodgaan.

Ik weet het: dit zijn vijgen na Pasen in de vorm van kennis. Maar die dingen gaan lang mee. Zoals u kan merken.

De Mattheüspassie is in feite één groot en lang Agnus Dei, was de conclusie. Het Lam Gods dat de zonden van de wereld wegneemt. Het antwoord ook op het Kyrie, de vraag aan de verre God om zich over ons te ontfermen. Waarop Hij eigenlijk niet antwoordt, ook niet na de lofprijzing in het Gloria, maar de Zoon wel. En hoe! Weer die combinatie.

Ik heb aan die les ook mijn voorliefde voor kruisbeelden overgehouden. Vermeersch zei dat Jezus op het kruis hing met open armen om de hele mensheid te omarmen. Wohin is de herhaalde vraag bij Bach; in Jesu Armen is het antwoord. Waardoor dat afschuwelijke executietuig meteen ook een heel andere betekenis krijgt. Het wordt een süsses Kreuz.

Wat een simpel maar prachtig oxymoron, riep Vermeersch. (Wie wou weten wat dat was, moest het maar opzoeken… De interactiviteit van het lesgebeuren werd in die tijd nogal restrictief geïnterpreteerd.) 

Wenn ich einmal soll scheiden, so scheide nicht von mir. Vele jaren later heeft Vermeersch mij ooit gezegd dat hij bij het uitspreken en aanhoren van die zinnetjes keer op keer moeite had zijn tranen te bedwingen.

Doorbraak, 19 april 2022


Eerder

Leve de werkelijkheid

Het was een opvallend moment. Geert Wilders in debat met Rob Jetten, boegbeeld van het links-liberale D66. Wilders heeft nagetrokken dat Jetten, minister van Klimaat in het demissionaire kabinet Ru...

Lees het hele artikel

Nieuw Sociaal Contract

Ik heb het vele keren gedaan voor de VRT: verkiezingsprogramma’s maken. Het eerste was de vinger op de zere plek leggen, proberen te bepalen waar de verkiezingen over gingen. Wanneer je dat doorhad...

Lees het hele artikel

Een uphill battle

Het is zo ver: Doorbraak zit al een kleine week in een nieuw jasje. Er is een vaste ploeg die beslagen op het ijs staat, er zijn ook nieuwe mensen die voor Doorbraak schrijven. Het is tijd voor de ...

Lees het hele artikel

Raar, en het doet zeer

Ik kreeg het van jongs af aan ingelepeld. Toen ik nog maar nauwelijks kon lezen zag ik het in verschillende talen op de toren staan: Nooit meer oorlog. Het is lange jaren meegegaan. Het werd een L...

Lees het hele artikel