Vlaamse meerderheid

‘Wie van u wil Vivaldi 2?’ Het is een vraag in De Zevende Dag bij een gesprek tussen de Vlaamse Vivaldivoorzitters. ‘Wie dat wil moet zijn hand opsteken...’ Niemand steekt zijn hand op. Als de vraag nog eens wordt herhaald, steekt alleen de voorzitster van Groen haar hand op. Het siert haar: ze is tenminste duidelijk. De anderen vinden de vraag ‘veel te ongenuanceerd’.

Finaal wordt in alle democratieën ter wereld elke beleidsvraag afgesloten met een stemming waarbij de verkozenen ongenuanceerd ja of neen zeggen. Geen ja maar, geen ik zeg niet neen. (Voor de volledigheid: onthouden betekent niet deelnemen aan de stemming; onthoudingen worden daarom niet meegeteld in de verhouding tussen ja en neen. De Kamer kan een wet aannemen met één stem voor, en 149 onthoudingen.)

De volgende regering – het wordt moeilijk dat niet te zien – zal er dus één met acht partijen zijn. In de Kamer zit dan op uitzondering van de V-partijen en de communisten iedereen in de meerderheid. Daar is – laat dat duidelijk zijn – democratisch niets mis mee. Respect voor de democratie wil immers alleen maar zeggen dat wie verkozen is ook de eed mag afleggen en kan zetelen. Wie vervolgens een meerderheid verzamelt is baas. Punt. Ongenuanceerd, maar glashelder.

In die zin is de discussie over een regering met al dan niet een Vlaamse meerderheid naast de kwestie. Het was trouwens het argument van Laurette Onkelinx toen de regering Michel aantrad; een coalitie met daarin minder dan een derde van alle Franstalige zetels. ‘Comment osez-vous?’ was Onkelinx’ leidmotief. De stemming nadien was even ongenuanceerd als glashelder. ‘Le Gouvernement a donc obtenu la confiance de la Chambre,’ heb ik toen blijkbaar gezegd 

Die Vlaamse meerderheid is bovendien terminologie die alleen door flaminganten wordt begrepen. Voor de grote meerderheid van de Vlamingen zijn dat woorden uit de politique politicienne – het wordt tijd dat we daar eens een Nederlandse vertaling voor vinden.

Het is anno 2024 bizar dat Vlaamse partijen die grote volkspartijen willen zijn niet beter op hun woorden letten. De indruk ontstaat dat de politieke communicatie in de eerste plaats gericht is op de media; niet op de lezers en kijkers. Misschien – geheel terzijde – is dat ook het essentiële verschil tussen Conner Rousseau en Melissa Depraetere: Conner sprak met de mensen; Melissa met de media.

Terwijl in dit land een meerderheid wel degelijk vrijwel dagelijks het hoofd moet buigen voor de minderheid. Wie één week het nieuws volgt weet hoe laat het is. Het rijtje is indrukwekkend. Dingen waarover in Vlaanderen behoorlijk wat consensus bestaat. In willekeurige volgorde: het rijbewijs met punten; de vermindering van de partijfinanciering; een nieuw migratiewetboek dat onder meer ‘woonstbetreding’ in bepaalde gevallen wel toelaat; de reorganisatie van het Brussels Gewest; de afschaffing van de senaat; beperking van de werkloosheidsuitkering in de tijd. Wie houdt dat toch allemaal tegen?

Zijn er dan geen redelijke grenzen die een minderheid aan een meerderheid kan stellen? (Leest u dit maar twee keer. Nee, ik heb per vergissing niets omgedraaid.)

Wie het nieuws volgt binnen diezelfde week ziet nog meer: de federale begroting is er zeer slecht aan toe; die van Wallonië, de Franse Gemeenschap en vooral die van Brussel is ronduit desastreus. Alleen die van Vlaanderen is acceptabel. Oplossing? We laten het rijke Vlaanderen betalen voor de rest. ‘Omdat het feitelijk ook niet anders kan,’ zegt een geleerde cijferaar. Je moet het geld halen waar het zit, voegt hij nog toe. Bij u en bij mij dus. Het verhaal van de krekel en de mier is de expert blijkbaar onbekend.

In De Zevende Dag zeggen alle Vivaldipartijen dat er maar één echte oplossing is: sociaal-economische hervormingen. Ze kunnen zelfs voor een deel de migratieproblemen oplossen. Veel discussie is daar niet over. Tegelijk wordt vastgesteld dat de Vivaldi-regering onvoldoende heeft hervormd. De vraag hoe dat komt blijft uit. Alleen VLD-voorzitter Ongena zegt terloops: ‘Mochten Wallonië en Brussel dezelfde activiteitsgraad hebben als Vlaanderen… Maar ja…’

In 2001 heeft een van zijn voorgangers – hij is intussen minister van Staat – een boekje geschreven met daarin deze opmerkelijke passage: ‘Op een bepaald ogenblik zal Vlaanderen de moed moeten hebben om te zeggen dat wij de meerderheid vormen in dit land. Ofwel volg je onze normen, ofwel…’

Na De Zevende Dag zit Annelies Verlinden in de studio van VTM. Of ze, zoals in het Vivaldi-akkoord staat, klaar is met de voorbereiding van de staatshervorming? Ze is ermee bezig, zegt ze. Ze zal ervoor zorgen dat de volgende regering de staatshervorming kan voorbereiden. (Leest u dit maar twee keer. Nee, ik vergis mij niet. De huidige regering bereidt een staatshervorming voor die de volgende regering verder moet voorbereiden…)

Het is bekend: als twee olifanten vechten is het alleen het gras dat afziet.

Doorbraak, 05 maart 2024


Eerder

De VRT mag zwijgen

Een van de dingen die ik door de jaren heen heb geleerd is dat er in de politiek over waardigheid wordt gesproken als er geen andere argumenten overblijven. Waardigheid is de tweelingzus van populi...

Lees het hele artikel

Ampe vs de Macht

Het is vaak simpel. Er is een Stemtest van de Vlaamse openbare omroep maar die blijkt beperkt tot the powers that be. In een samenleving als de onze moet je dat dan uitgelegd krijgen. Zeker als bli...

Lees het hele artikel

De Tafel van Gert

Journalisten zijn slechte verliezers. Als elk medium hetzelfde interview wil en één omroep gaat ermee lopen, dan wordt fair play opgegeven en spelen alleen corporatisme en eigenbelang. Journalistie...

Lees het hele artikel

Arme Melissa

Met Conner wonnen we aanhang; zonder Conner verloren we er. En dus moet het weer over Conner gaan. Want zolang we het over Conner hebben, kunnen we zwijgen over de begroting en de staatsschuld. Het...

Lees het hele artikel